579 uit; hij ging de gewapende sloepen op ongeveer 30 passen vooraf, om de oeversdie door het ineengegroeide en door elkander ge strengelde kreupelhoutom zoo te zeggen ondoordringbaar waren, te verkennen. Hij ging daartoe op de oevers over, telkens wanneer de gelegenheid gunstig was. Het kamponghoofd van Bedaudan diende tot gids. De voorwacht, bestaande uit 56 infanteristen, was gesteld onder de bevelen van den lsten luitenant P. P. H. van Ham; de hoofd troep, sterk 150 bajonetten, onder de orders van den majoor P. K. de Rochemont en de achterwacht, sterk 45 man, onder aanvoering van den kapitein A. H. J. Berg. De hoofdtroep was verder in twee deelen afgedeeldommet de voorwacht, drie afzonderlijke kolonnes te vormen, wanneer men de versterking van Wangkang zoude zijn genaderd; de achterwacht had last, tot bewaking der ambulance te blijven op het punt, waar de gewapende sloepen niet verder konden doordringen, en waar dus ook de flotille djoekongs zoude worden achtergelaten. Ten ongeveer een ure in den middag werd de plaats bereikt, waar de beide soengeis Bedandan en Nongki te zamen vloeien. Volgens de aanwijzing van den gids was Wangkang's verblijf nog ruim een uur gaans van dit punt verwijderd. Had men tot hiertoe vele moeielijkheden te overwinnen, en de soengei Bedandan voor de passage eerst gedeeltelijk bevaarbaar moe ten maken aan de simpang Nongki werd zij zoo smaldat de ge wapende sloepen niet verder op konden varenzij bleven hier met de ambulancewaarbij de officier van gezondheid der 3de klasse J. P. L. Pischer zich bevond, achter, onder bescherming van eenige matrozen, onder den luitenant ter zee 2de klasse H. J. de Wal, en van de achterwacht. Van den vijand was nog niets vernomen. Nadat de troepen van de simpang Nongki aan wal waren over gegaan sloeg de voorhoede onder den Ist™ luitenant P. P. H. van Ham, waarbij zich de luitenant ter zee 2de klasse J. P. Noorduijn met 40 matrozen bevond, den weg naar Wangkang's verblijf in; men vermoedde, dat hij zich daar versterkt had. De hoofdtroep volgde op ongeveer 50 schreden. De Bedandan-vlakte beslaat eene uitgestrektheid van ongeveer 40 vierkante palen in den drogen mousson beplant en tot rijstvelden ingericht, was zij thans in een uitgestrekt moeras herschapen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 586