581 heid 2dc klasse A. teu Bosch, die de kolonne gevolgd was, te zijn verbonden, naar de ambulance vervoerd werden. De plaats, waar de vijand zich in hinderlaag gelegd had, bereikende, zag men aan eeuige takken en bladeren bloed kleven; zij stond geheel onder water, doch aan den omtrek, waarin de boven water uitstekende lange grashalmen waren plat getreden, was het duidelijk, dat niet de geheele bende van Waugkang daar vertoefd had. Naar dien omtrek te oordeelen was de hoegrootheid dier bende op niet meer dan 100 man te schatten. De marsch werd dus voortgezeten wel in de veronderstelling, Wangkang met zijne grootste macht te zullen aantreffen in zijn verblijf, dat, naar men meende en zoo als vele berichten luidden, versterkt zoude zijn. Na eenen zeer moeielijken en afmattend-en tocht werd deze plaats bereikt; zij was niet versterkt en verlaten; uit de achtergelaten voorwerpen kon echter afgeleid wordendat de vijand kort te voren gevlucht was. Alhoewel bij den kommandant der troepen aanvankelijk het voor nemen bestond, om in de Bedandanvlakte te verblijven, om van hieruit de tegen Wangkang te vervolgen operatiën voort te zetten,' was zulks echter niet mogelijk de huizen waren ongeregeld en ver spreid gelegen en voor een groot gedeelte van de vloeren ontdaan, zoodat de voorzichtigheid zoude geëischt hebbenin den donkeren nacht in dén open lucht en in het water te bivakkeeren. In dat geval was het echter te verwachtendat de troependoor vermoeienis uitgeput, den volgenden dag ongeschikt zouden zijn om zich behoorlijk te kunnen bewegen. Bleu was dus wel genoodzaakt, na eenige rust genomen te hebbendenzelfden dag terug te keeren. De Bedaudanstreekwaarvan men slechts de ligging wistdoch waar mede men overigens onkekend was, koude aan Wangkang de gelegen heid verschaffen, zich langen tijd staande te houdenzij was omgeven door een tal van woningendie hem en zijn aanhang tot verblijfplaats konden dienen; hare uitgestrektheid liet daarenboven toe, zich naar alle zijden te bewegen, en in tijds voor de troepen te wijken. Hij scheen dan ook eene tactiek te willen volgen, die hem meer voordeelen kon aanbieden, dan wanneer hij stand hield, en de ge ruchten van zijn te verwachten tegenweer, die te Marabahan onder het volk liepen en door spionnen ook bij den civielen gezaghebber waren overgebracht, moesten alleen dienen om de bevolking in den waan te doen verkeeren, dat hij zich nog krachtig gevoelde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 588