585 oostelijke richting voortgezet, doch hij vorderde, door de aanhou dende zwarigheden waarmede men te kampen had, langzaam. Zoo ver het oog reikte, werden niets dan huizen ontdekt, welke ook langs deze zijde de Bedandanvlakte omgavenzij waren echter verlatenin enkele werden nog huisdieren en gevogelte aangetroffen, en in een der huizen vond men de lijken van twee vijanden, die aan hunne wonden overleden en achtergelaten waren. Uit den staat van ontbinding, waarin zij verkeerden, kon men gissen dat de vijand deze plaats sedert ongeveer drie dagen ver laten had. Waarheen hij zich echter had begeven, was niet bekend; het uitgestrekte terrein, waarop hij zich kon bewegen, bood hem vol doende gelegenheid aande troepen steeds te kunnen ontwijken, te meer, daar hij onderricht was van elke bewegingdie door ons tegen hem gericht werd; want was de Bedandanvlakte ook ingeslo ten in dier voege dat daardoor het ontvluchten der vijanden en het invoeren van levensmiddelen verhinderd werdhet was echter niet mogelijk de insluiting tot zulk eene volmaaktheid te brengen, dat de communicatie daardoor geheel was gestremd. Zoo als later bleekzwommen gedurende de insluiting enkele personen van Wangkang de Baritorivier over om zich naar Mara- bahan te begeven waar zij dan tijdens hun verblijf verborgen ge houden werden. Daar den vijand niets mocht worden overgelaten waarvan hij zich kon bedienen, werden alle in den omtrek staande huizen verbrand; in den namiddag keerde daarop de kolonne terug en kwamna eenen zeer vermoeieuden tocht van twee uren te hebben afgelegdaan de Simpang Ampat, waar zij in de djoekongs overging! Ten 5-1- ure scheepte men zich weder in op Z. M. stoomer Banka, die voor de soengei Betilap was verblevenom naar Marabahan overgevoerd te worden. In de Boven-Doesson werden inmiddels eenige voordeelen behaald. Nadat eene bende der Boven-Doessonners na de geleden nederlaag ter hoofdplaats, Wangkang''s zijde had verlaten en naar hare haard steden terugkeerdewerd zij op ongeveer J/2 uur beneden strooms der versterking te Moeara Tewehdoor het hoofd aldaar, Mangkoe Sari, verjaagd, bij welke gelegenheid eenige djoekongs buit gemaakt wer den; de vijand had in het bosch de wijk genomen. Eenige dagen na dit voorvalwerd door een handelaar te Mara-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 592