586
bahan, die sedert eenigeu tijd te Lahaij (Boveu-Doesson) vertoefde,
liet bericht ingewonnen dat Toemenggoeng Boengeij, kleinzoon van
Soerapati, met een 20-tal dajaks uit Moerong van Lahaij wilde ver
trekken, om in de kampong aan de Beneden-Barito gelegen terooven;
hij verliet Lahaij en begaf zich naar Moeara Teweh, om er den
militairen kommandant en ook het inlandsche hoofd Toemenggoeng
Mangkoe Sari van te verwittigen.
Zoowel door dien kommandant als door Mangkoe Sari, die in den
laatsten tijd eene sterkte had doen bouwen aan den tegenovergestelden
oever van het militaire fortwaardoor de passage der Baritorivier goed
kon worden afgesloten werden daarop de noodige voorzorgen genomen
om aan Toemenggoeng Boengeij den doortocht te beletten.
In den nacht voorbij willende trekken en daartoe kort onder den
wal, waaraan Mangkoe Sari's sterkte is gelegen, varende, werd hij
door de wachters aangeroepen.
Daar hij zich hierover echter niet bekreunde en zijne vaart ver
volgde, ging Mangkoe Sari hem met gewapende volgelingen in
djoekongs te gemoet.
Nadat eenige schoten gewisseld warenwerd naar de naandauws
en lansen gegrepen en nam het gevecht met de blanke wapenen eenen
aanvang.
Mangkoe Sari hakte de vijandelijke bende nagenoeg in de pan;
het mocht slechts aan een paar van Toemenggoeng Boengeij's vol
gers gelukken, zich door de vlucht te redden; hij zelf was gesneu
veld.
Mangkoe Sari toonde hierbij moed en eenen goeden wilals
bewijs zijner verrichte daad zond hij eenige afgehouwen hoofden
naar Marabahan.
Hoewel men omtrent het verblijf van Wangkang nog steeds in
het onzekere bleef verkeeren, was het echter noodzakelijk den vijand
geen rust te gunnen, en het begonnen werk met kracht voort te
zetten.
Soeta Ono vertrok alzoo den 18dea met zijne gewapende Sihon-
gers naar de soengei Bedandanhij doorkruiste het bosch in alle
richtingendoch bespeurde geen vijandhij ontdekte echter eene
achter dicht en hoog kreupelhout verscholen hut, waarin een be
langrijke voorraad padi en eenig koperen huisraad waren opgebor
gen; een en ander werd door hem medegevoerd en de hut in brand
gestoken.