590 hoorde niets. Misleiding was dus het streven des vijands, om in- tusschen zijne plannen tot rijpheid te kunnen brengen. Van Ham ontwikkelde steeds de grootste activiteit en spaarde geene moeite om iets omtrent den vijand te vernemen; hij loofde belangrijke sommen gelds uit aan degenen, die iets positiefs omtrent de vijandelijke bende of van hare positie konde berichten. In den avond van den 26sten werd daarop door zekeren Tauda van Bekompaij aan dezen officier medegedeeld, dat door den hoofdmuiter Wangkang eene versterking was opgeworpen binnen den noordelijken tak der Simpang Doerachman (eene voortzetting van de soengei Be- dandan), en dat hij een hardnekkigen tegenstand zoude bieden. Reeds was Wangkang van alles beroofd, alle binnen de Bedandau- vlakte gelegen woningen waren in den asch gelegden zijn opgelegde voorraad padi daarenboven grootendeels buitgemaakt, zoodat honger en uitputting zich bij den vijand ten zeerste moesten doen gevoelen. Hij had voor het opwerpen zijner versterking eene plaats gekozen, door den hoogen waterstand nagenoeg ontoegankelijken ter hoogte waar zijn vader, pembekel Ivendit, zich in vroeger jaren met eenen gunstigen uitslag had verdedigd. In den morgen van den 27sten December, ten 4 ure, rukte nu de majoor P. R. de Rochemont met eene kolonne, sterk 150 man, uit, om de vijandelijke versterking te uemen. Door den berichtgever Tanda werd de weg daartoe aangewezen. Binnen de soengei Bedandan aangekomenrukten de troepen in djoekongs verder op. Soeta Ono maakte met 30 Sihongers en ver trouwde Becompajersvoorzien van een 20-tal geweren, de spits uit, om verkenuingspatrouilles uit te zenden; daarop volgde eene met houwitser van 12dm gewapende barkas van Z. M. stoomer Onrust ouder bevel van den luitenant ter zee 2de klasse E. H. E. van Woel- derenbenevens de voorwacht, ouder den 2den luitenant E. van Heerde, sterk 25 infanteristen. De hoofdtroep bestond uit 100 onderofficieren en manschappen onder bevel van den kapitein A. H. J. Bergde achterhoedesterk 25 bajonetten, werd gekommandeerd door den 2,le" luitenant J. W. Janitz. Tot ambulauce bevond zich bij de achterhoede de whaleboot van Z. M. stoomer Admiraal van Kingsbergen, waarin een getrokken kanon van 5.5dm. geplaatst wasen die onder de bevelen was gesteld van den luitenant ter zee 2de klagse H. O. Eeith.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 597