596
keeren, op ongeveer vijf minuten afstands van de geslechte verster
king, vond men ongeveer 10 pikols padiwelke in djoekongs werden
medevoerd.
Ten 6 ure waren de troepen te Marabahan terug.
Een paar dagen later werd het bericht ontvangen, dat zich in de
noordwaarts van Marabahan gelegen kampong Oeloe Benting zekere
pembekel Garnpa, een van Wangkang's onderbevelhebbers, ophield.
Op ontvangst dier tijding rukte den 31steu December, des avonds
ten 6 ure, in stilte een detachement van 17 bajonettenonder bevel
van den lsten luitenant-adjudant L. L. Bedetderwaarts om Gainpa
te arresteeren. In djoekongs gezeten en van Soeta Ono met een
paar zijner manschappen en twee politiedienaren vergezeld, kwam
Bedet bij het bedoelde huis, liet het omsingelen en Soeta Ono met
zijne volgers en de beide mannen der politie binnen gaan, om pem
bekel Gampa op te eischen. Zes mannen en twee vrouwen waren
er aanwezig, doch Gampa vond men niet.
Onder deze mannen waren er twee, die Wangkang den 25sten
November naar Bandjermasin gevolgd waren benevens Gampa s broe
der. Men had dus min of meer de zekerheid dat ze tot Wangkang's
omgeving behoorden; ze werden dus gearresteerd. In deze woning
vond men 80 stuks looden kogels.
Den 2den Januari 1871 rukte kapitein A. H. J. Berg met
eeue kolouue van 100 man, waaraan eene landiugs-divisie van 30
matrozen, onder den luitenant ter zee 2de klasse P. Heijning was
toegevoegd, naar simpang Behalang, alwaar, volgens door van Ham
ingewonnen berichten, een aantal opstandelingen en gekwetsten van de
affaire van den 27stsn December aanwezig zoude ziju. Men hoopte
bij dezen met goed gevolg nasporingen te kunnen doen naar het graf
van Wangkang.
De civiele gezaghebber van Ham vergezelde de kolouue en had
twee gearresteerde volgelingen van Wangkang, pembekel Saïp en
Bakamedegenomen om de noodige aanwijzingen te doen.
Zonder vele rnoeielijkheden te simpang Bahalang aangekomen,
sloeg Soeta Ono, met 25 man zijner hulptroepen en eenige Becom-
pajers, den weg in, die naar het verblijf der gekwetsten voerde, en
hem door pembekel Saïp werd aangewezen.
De kolonne toog intusschen naar simpang Doerachman, ter hoogte
waar de versterking gestaan had, en alwaar Wangkang's lijk, vol
gens mededeeling van Baka, moest begraven liggen.
Men ontdekte van zijn graf evenwel geen spoor, ofschoon Baka>