601
handen te krijgen; doch het was thans bekend, dat hij het, woeste
en onherbergzame eiland Mengkatip tot verblijfplaats had gekozen,
en geen djoekong, ja zelfs geene levensmiddelen meer bezat voor
zich, noch voor de zijnen.
Het was nu noodig, zorg te dragen, dat hij niet langs de kam
pong Mengkatip naar den Boven-Doesson ontsnapte.
Met Z. M. stoomer Admiraal van Kingsbergen vertrok derhalve
een detachement van twee officieren en 50 man naar Mengkatip,
waarvan de lste luitenant E. H. Albrecht met 25 man te Meng
katip verbleef, en de 2l'e luitenant F. W. Janitz met 25 bajonetten
in de kampong Dadahoop moest post vatten.
Om de afsluiting der Baritorivier meer volkomen te maken, werd
nog eene kruisprauw op de Barito gestationneerd ter hoogte van de
kampong Mengkatip.
Dadahoopaan de Mengkatiprivier gelegenbehoort tot de afdee-
ling Kleine Dajak, en wordt gedeeltelijk door Dajaks, gedeeltelijk
door Maleiers bewoond.
Het was te vermoedendat Goestie Mohamatdie wegens zijn
afkomst in aanzien stoud en overal bekend was, van deze laatsten
hulp zoude erlangen; het doel van het detacheeren van troepen in
deze plaats was alzoo, de maleische bevolking in toom te houden en
haar elke ondersteuning te beletten.
Den militairen kommandant te Kwala Kapoeas J. Tijl, tevens
civiele gezaghebber der afdeeling Kleine Dajak, was opgedragen,
zich naar Dadahoop te begeven, en met een gedeelte der Dajaksche
bevolking van daaruit zuidwaarts op Goesti Mohamat jacht te maken,
terwijl Soeta Ono en andere hoofden met bevolkingspatrouilles in
noordelijke richting het terrein zouden doorzoeken.
De regent van Amoenthaijte Pamingier verblijf houdende, zou
het eiland Mengkatip van het oosten naar het westen doortrekken.
Luitenant Tijl vertrok derhalve met den stoomer kapitein van
Os naar Moeara Mengkatip, liet de plaats nog doorzoeken waar de
patrouille der kruisprauw met Goesti Mohamat en de zijnen slaags
was geweest, en vond daar twee hoofden der Europeanen, die den
25sten November, tijdens het afweren van den aanval op Bandjer-
masin, waren gesneuveld. Nog goed herkenbaar, werden ze onmid
dellijk naar de hoofdplaats gezonden en daar begraven.
Tijl zette daarna zijnen tocht naar Dadahoop per prauw door de
Mengkatiprivier voort.
Terwijl intusscheD nog steeds menig gevangene werd gemaakt,
26