605 waarin zooveel ongehoopte zegepralen hen hebben gestortzij zijn nog steeds in het tijdperk der inbeelding, die zij op weinig innemende wijze ten toon spreiden; zij verduwen de overwinningen moeielijk, en men zou zeggen, dat de verduwing afgeloopen moet zijn, vóórdat zij er aan denken dien arbeid van navorsching en vernuftige, ge duldige kritiek te hervatten, waarin zij uitmunten. Wat de verwonnelingen betreft, zij zijn nog niet bekomen van de verslagenheid, die zooveel onverwachte ongelukken bij hen hebben verwekt; zij willen er bijna niet aan gelooven, vooral er den diepen zin niet van begrijpen; hunne eigenliefde weigert nog altijd hun aandeel van verantwoordelijkheid in al deze rampen te bekennen en toe te stemmen, dat, na den keizer, die zoowel het leger als het land gedesorganiseerd hadde grootste schuldige Frankrijk zelf is, 't welk de bijna (neen, niet bijna", maar te eenenmale Fr.) onvergeeflijke fout begaan heeft, gedurende achttien jaren zulk een bewind te dulden. In plaats van zich zelf die oprechte belijdenis af te leggen, schijnt men in de meeste gevallen er slechts aan te denken, de schuld te wijten aan ondergeschikte personen of aan min gewichtige bijzonderhedenalsof men vreesde op te klimmen tot de werkelijke bron van onze onheilenalsof men hooptedoor vlijtig te zoeken, eindelijk eenige slachtoffers te vinden, die men voor al de ongerechtigheden van Israël zou kunnen doen boeten. Hoe grooter evenwel de ingetogenheid isdie ons te dezen op zichte wordt opgelegddes te ernstiger is ook de aandachtdie wij moeten leenen aan de verhalen van de officierendie met open gelaat ons de gebeurtenissen komen verhalenwaarin zij eene per soonlijke rol hebben gespeeld. In de vergelijking, te maken tusscheu hen, die den waarborg eener onbetwistbare oprechtheid aanbieden, moet men de waarheid zoekenofschoon men evenwel nopen mag nog kostelijke narichten in te winnen, zelfs in de geschriften van hendie onder den sluier van het anonieme of het pseudonieme ver schijnen. Ongelukkigerwijze zijn er boeken, die niet in het licht kunnen treden dan onder eene van deze twee gedaantendaar de bepalingendie nog van kracht zijnden militairen niet veroorloven iets openbaar te maken zonder voorafgaande vergunning van den Neen, niet na den keizer. Het volk, dat hem koos en behield, blijft de grootste schuldige. Elk volk heeft tfe regeering, die het verdient. In Engeland en de Vereenigde Staten ware de dwingelandij van een Napoleon eene onmooglijklieid. Maar de Eranschen vergooien zich, eeuw in eeuw uit, altijd aan een' persoon en schelden alleen hem uitals hij niet voldoet. Zie de voordracht van Meerheimb in den Times van 20 Mei 1872. Er-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 612