611 pier gevormdhad geen werkelijk bestaanhet was zoo wat overal verspreiden toen het in den strijd betrokken werdgelijkbij voorbeeld, te Buzenval, was het altijd om eene onbeduidende rol te spelen. Na al het voorgevallene meende de generaal Yinoy dat niet te mogen verwachten van de rechtvaardigheid van generaalsdie allen zijne jongeren waren; hij gevoelde er zich dan ook zeer door gekrenkt en laat in zijn boek zonder heftigheid, maar in zeer dui delijke bewoordingen, de ontevredenheid doorstralen, die deze han delwijze te zijnen aanzien bij hem verwekte. Zoo wij evenwel genegen zijn te geloovendat er veel waars is in de oordeelvellingen, die de generaal Yinoy over de operaties der verdediging uitspreekt, zullen wij hierbij niet verwijlen. Alvorens eene meening te vormen, en vooral ze te openbaren, zouden wij bekend moeten zijn met hetgeen wij nog niet wetennamelijk met de antwoorden, welke zij, die de generaal Yinoy onder handen heeft genomen, op zijne oordeelvellingen geven zullen. Zoo het daarom wijzer is te wachten, alvorens omtrent deze teedere punten te be slissen, is er toch eene algemeene aanmerking, die zich bij de leziug van dit boek in den geest dringt en betrekking heeft op den groo- ten misslag, dien wij begaan hebben door binnen de muren van Parijs een getal menschen op te nemen, buiten alle verhouding tot de behoeften der verdediging. De stembus toch van 3 Nov. 1870 leert ons, dat op dien dag, zonder de nationale garde en de burgers te rekenen243,000 mannen, die van het oorlogs-ministerie afhingen aan de stemming deel namen. Met hen, die zich onthielden, moest dat een totaal vormen van ten minste 250,000 man, en zeker is dit 150,000 te veel. Ofschoon wij moesten weten, vooral wij Pranschen, sinds nagenoeg twee duizend jaren, sinds den tijd vanAlesia, dat het bijna zonder voorbeeld inde geschiedenis is, dat eene ingeslotene vesting of armee ooitjauders zijn ontzet geworden dan door de pogingen van een hulpleger daar bui ten schenen wij moeite gedaan te hebben om met ons zeiven binnen onze liniëu alles op te sluiten, wat wij krachtigs hadden kunnen vereenigen onder onze jongelingschap. In alle opzichten was dat eene zeer groote fout. Vooreerst ging het alle denkbare behoeften der verdediging te bovenen de ondervinding heeft ons inderdaad getoond, dat het ons in geene enkele omstandigheid mogelijk is geweest van dit zoo talrijk personeel partij tej'trekkenten andere deugde het verblijf in Parijs niets, noch voor de formatie, noch voor het onderricht, allerminst voor het disciplineeren van de zoo nieuwe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 618