612 troepen. Eindelijk, als men er over nadenkt, kan men niet nalaten zich af te vragenwat er na de overwinning van Coulmiers zoude gebeurd zijn, zoo deze troepen, die wij niet konden gebruiken, drie maanden te voren vereenigd waren geworden met het Loire-leger, of in een afzonderlijk kamp verzameld, bij voorbeeld, tusschen Chartres en Nogent-le-Rotrou, in de hand van een zoo uitstekend organisateur als den generaal d'Aurelle de Paladines? Levende in de opene lucht, in het vrije veld, ver van de steden, onder goede voorwaarden van zedelijke gezondheid en van krijgstucht, gevormd door de tol- en boschbeambten eii de gendarmes, die allen oud militairen en goede instructeurs zijnvrij zich te oefenen in de ruimte, zou deze dappere jeugd een leger hebben uitgemaakt, dat de operatiën der armee van Coulmiers, die door hare overwinning uitgeput washad kunnen vervolgenen wellicht het beleg van Parijs doen opbrekenHet is niet onredelijk dit te onderstellen in den toestandwaarin het insluitingsleger zich toen bevond. Het gevolg zou vermoedelijk niet geweest zijn de krijgskans geheel te onzen voordeele te doen keeren, maar zeker ware zij gewijzigd geworden, en dit had niet te onzen nadeele kunnen zijn. Aan den anderen kant heeft deze ontzettende opeenhooping van menschen die men niet wist hoe bezig te houden, verderfelijke ge volgen gehad voor de zedelijkheid van de Parijsche bevolking en vooral van de nationale garde. Deze hebben sedert beide de hardste en de bloedigste verwijten verdiend, maar het zou onbillijk zijn niet te erkennen, dat zij bij den aanvang van het beleg bijna over het geheel bezield waren met den besten wil en met zeer vader landlievende gevoelens. De lediggang heeft hen te gronde gericht, de lediggang, en de vijftien stuivers 's daags, en de onderstand van allerlei aarddien men hun met kwistige hand heeft verleenden de vrijstelling van betaling hunner schulden of huishuur, en de bevoegdheid zich zeiven rangen toe te kennen, bijna geheel zonder beperking; zoodat er ten slotte onder deze ongelukkige lieden ge vonden werdendie overtuigd warendat men gevoedgekleed geschoeid en uitgerust kon worden zonder iets te doen te hebben, zelfs op den koop toe de kans hebbende een baantje of een galon te snappen. Niet wetende, hoe deze menschen bezig te houden, zond men ze naar de wallen om nuttelooze wachten te betrekkenwat zeker beter was dan gewapende optochten te houden op het plein van de uJdén- drachtof oproerige manifestaties te doen in het stadhuis. Maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 619