614
bataillons mobiele garde, en bijgevolg waren deze bataillons een der
eersten naar Parijs opgeroepen geworden, waar zij, na vereeniging
tot een regiment, No. 7 aannamen, wat, volgens anciënniteit wilde
zeggen No. 1 onder al de regimenten van de provinciën, want de
achttien bataillons van Parijs voerden de nummers 16. Daardoor
was het een der eerstendie men tegen den vijand zonden uit
hoofde van zijn goed gedrag, een der laatsten, die men binnen onze
muren deed terugkeeren, want het vertrok uit Parijs op den 23stetl
Sept. 1870 en kwam er eerst den 29sten Januari 1871 weder binnen,
na de onderteekening van de overgaaf.
Gedurende al dezen tijd vorderde het wel niet veel op de kaart
daar het bijna uitsluitend in de oostelijke buitenwerken was gebe
zigd geworden, van Montmeslyin het zuiden, tot Villemomble en
Bondy in het noorden, door het plateau van Avro gaandemaar op dit
terrein had het eeue reeks van gevechten doorgestaan en met zijne
vaardige handen ik weet niet hoeveel werken en mijlen loopgraaf
te voorschijn gebracht. Daarvoor waren deze brave lieden dan ook
zeer hoog gestegen in de achting van de armee en van hare generaals,
zoodat zij in den toestand van afzonderlijke bataillons hun departement
verlaten hebbende, eerst tot een regiment werden vereenigd, waaraan
men achtereenvolgens een escadron spahis had toegevoegd, vervolgens
een bataillons jagers te voetdaarna nog bataillons mobiele gardes van
het departement de benedeu-Seine en een detachement artillerie.
Toen men de drie armeen vormde, maakten zij dan ook de keur
uit van eene werkelijke brigade, die de 3<= werd bij de 2e divisie
van het 2° korps der 2e armee. Den 5den Januari werd deze
brigade op de legerorder vermeld, de hoogste militaire belooning,
die een troepenkorps ten deel kan vallen, en den 27sten van
dezelfde maand bevond zij zich te Bondy, onze verste voorposten
bezettende, meer blootgesteld wellicht dan eenige andere, maar tot
deze onderscheiding geroepen wegens het vertrouwendat zij in
boezemde. Dat alles vormt eene schoone overlevering, waarvan
de heer Puzier-Hermaun te recht de scheppende oorzaken toeschrijft
aan den geest van tucht der manschappen en aan de waarde der
kaders, die het gemakkelijk geweest was samen te stellen in een
zoo militair land als het Tarn-departement. Zij werden aangevoerd
door een zeer jong officier, die in het vorige jaar zijn ontslag
genomen had als kapitein van den generalen staf om in het staat
kundige leven te tredenmaar dien de oorlog weder onder het vaandel
had geroepen. Het is de baron René Reille, zoon van den maar-