628 liet meer beschaafde en ontwikkelde gedeelte van Europa, soldaten erlangd, die, hoezeer de geschiedenis en oude oirkonde, zooals wij later zullen zien, niet immer met evenveel lof van hun gewagen destijds toch vele goede diensten hebben bewezen. Na lang wikken en wegen werd er eindelijk, zooals wij in het koloniaal verslag over 1870 kunnen zien, besloten wederom Japan ners als soldaten voor het leger aan te wervenen hiermede verviel een der argumentendie voor het behoud onzer bezittingen in Afrika konden worden aangevoerd. De Japanners zullen dus vermoedelijk alras ten tweede male een deel uitmaken van het Indische leger. liet is bijgevolg voor elk officier van veel belang, iets naders te vernemen omtrent Japan, ten einde daaruit te beoordeelenhoedanig de bewoners van dat land, zoo men goede vruchten van hunne in dienst treding wil plukkenbehooren te worden behandeld. De gelegenheid, om daarvan iets naders te vernemen was mij in der tijd, dank zij de welwillende tusschenkomst van den heer Mr. Metman, die jaren lang in Japan vertoefde en als raadgever toege voegd is geweest aan het Zwitsersche gezantschap dat in 1864 Japan bezocht, bijzonder gunstig, zoodat ik thans in staat ben, van de verspreide relazen het geheel te maken hetwelk ik hieronder doe volgen. Yoor hen, die zich uitvoeriger op de kennis van Japan mogten willen toeleggen, zij hier aangeteekenddat het bedoelde Zwitsersche gezantschap de uitslag harer bevinding heeft samengevat in een uitvoerig werk, getiteld: //Le Japon illustré"hetwelk in 1870 te Parijs bij L. Ilachette en C". werd gedrukt. Wij koesteren de hoop, dat door dit opstel wellicht eenigermate de klip wordt weggeruimd, waarop in het jaar 1835 de verdere aan werving van Afrikaansche soldaten schripbreuk dreigde te lijden. De zienswijze toch omtrent de Afrikanen was tot aan het jaar 1846 lang zoo gunstig niet als tegenwoordig. Die minder gunstige zienswijze van destijds was een gevolg der gebrekkige kennis van het meerendeel der toenmalige officieren om trent de zeden en gewoonten vau den Afrikaan. Geen hunner, dit zij ter hunner verontschuldiging gezegd, was er dan ook op voor bereid, toen den 15de" Maart 1832 het eerste detachement neger- recruten, sterk 15 man, op de reede van Batavia ten anker kwam. Ja men was er zelfs zoo weinig op voorbereid, dat, toen het detachement reeds ontscheept was, niemand, met uitzondering van den Gouverneur-Generaal, wist, wat er met die negers moest worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 635