meestal reeds op 17- a 18- jarigeu leeftijd. De veelwijverij is verre van algemeenalleen zijdie het kunnen betalennemen eenige meerdere vrouwen, die echter steeds het gemeenschappelijk huis der echtgenooten bewonen. De wettige vrouw bekleedt daar ten allen tijde, hetzij zij haren man al of niet kinderen schenktde eereplaats en oefent een zeker gezag over de bijwijven uit. Van twist en tweedracht, gelijk dat onder zulke omstandigheden in onze maat schappij al spoedig het geval zoude zijnhoort men bij de Japan ners zeldzaam. De goedkoope levenswijze der Japanners, hun eenvoud in huisraad en de gemakkelijke wijze waarop zij zich een huis bouwen, hebben er zeker veel toe bijgebracht om hunne voorliefde tot het huisselijke leven aan te wakkeren. De onvermogende Japanner, die huwen wil, bouwt zich een klein huisje van bamboe of hout en beplakt dat aan de binnenzijde met papier, hetgeen hem, dank zij de weinige duurte dier artikelen, niet moeielijk valt en waartoe hij dus bij eenige zuinigheid en ijver gemakkelijk in staat is. Eenmaal tot dien graad van welstand geko men, schaft hij zich een kleine kast, een spiegeltje, wat aardewerk en een paar matjes, benevens eenige uitgeholde blokjes hout, om tot hoofdkussen te dienenaanen hij is volkomen gemeubileerd. Ja, wat meer zegt, hij is dan even goed in staat zich een huiselijken haard te vormen als de rijkste in het land. Want moge deze al een grooter huis, meer kasten, grootere spiegelsfijnere kleeding, aardewerk, matten en slaapblokjes van reukhout hebben, toch staan zij in zekeren zin gelijk, daar zelfs de rijksten het gebruik niet kennen van bedden, stoelen, tafels, in een woord van al die artikelenwelke in onze maatschappij het kenmerk van rijkdom en welvaart uitmaken. In algemeene beschaving zijn de Japanners den Europeaan verre vooruit, daar zelfs de geringste onder hen schrijven en lezen kan. Tengevolge dier meerdere beschaving zijn ook de geestvermogens van den minderen man beter en sterker ontwikkeld. De taai der geleerden en der wetenschappelijke mannen is het Nederlaudsch, even als zulks voorheen in Europa vrij algemeen het geval was met de Latijusche taal. Volgens de getuigenis van hen, die geruimen tijd te Decima hebben vertoefd, leeren de Japanners zich in onze taal tamelijk vlug en verstaanbaar uitdrukken. Het zal dus waarschijnlijk niet moeielijk vallen om de Japanners, die in het leger worden opgenomen, het Hollandsch in stede van het Maleisch te leeren verstaan en spreken. 634

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 641