635
Dat hiermede een zeer groot voordeel zoude verkregen worden
behoeft geen nader betoog, dewijl er zeker niets te bedenken is, wat
hen meer van den inlander verwijderd zou houden en meer aan de
Europeanen zoude verbinden, dan het spreken van onze taal.
Hun vernuft en geduld grenst aan liet wonderbaarlijke.
De hoogleeraar Lauts deelt daaromtrent in het IVe deel zijner
//Staatkundige en burgerlijke beschrijving van Japan" het volgende
aardige staaltje mede:
//Ingevolge de beschrijving van eene meermin, die in vroegere
eeuwen in de Purmer zou zijn gevangen, was door eenige Japanners
zoodanig zeegedrocht gemaakt. Een dergelijke meermin werd om
streeks het jaar 1820 door een der ambtenaren van de faktorij als
eene aardigheid naar Batavia gezonden en aldaar voor f 5000 ver
kocht.
Nu volgden er meer, tot eindelijk, ingevolge eener weddenschap,
eene meermin geopend en de bedriegelijke kunst ontdekt werd."
De kenmerkende trekken van hun karakter zijn: zucht tot twis
ten groote ingenomenheid met openbare vermakelijkhedenen een
onbegrensde eerbied voor de met gezag bekleede machten.
Die zucht tot twisten openbaart zich echter hoofdzakelijk alleen
dan bij hen, wanneer zij onder den invloed der geliefkoosde sakée
zijndan trekken zij ter beslechting van het geringste verschil in
zienswijze gemeenlijk den sabel. Het is dan ook geen ongewoon
verschijnseldat men des morgens in de straten der voornaamste
steden de slachtoffers van dergelijke twisten zielloos op den grond
ziet liggen.
Ter eere van den Japanner moet echter worden gezegd, dat hij
zijn tegenstander nimmer in een hinderlaag lokt, maar hem steeds
met open vizier bestrijdt.
In nuchteren toestand is feestvieren zijn hoogste genot. Behalve
de vijf groote feesten, die ieder jaar op gezette tijden wederkeeren
en de matsoeris of kermissen aan iederen tempel eigen, heeft elke
maand er niet minder dan drie, invallende op den lstenj deil
15Jen en den 28stei1 dag, in verband met de standen der maan.
Al deze feesten zijn deels van godsdienstigendeels van zuiver
burgerlijken aard; de meeste zijn tegelijk in den volsten zin des
woords volksfeesten, d. w. z. feesten, waarbij het volk niet enkel als
toeschouwer optreedt, maar waaraan het ook in meerdere of min
dere mate deelneemt.
Toch schijnt men aan al deze uitspanningen en feesten nog niet