heeft, dat er geene noemenswaardige legermacht gevonden wordt,
die, gelijk in Europa, één geheel uitmaakt, maar wel een aanzienlijk
aantal afzonderlijke legertjes, die in bewapening als anderszins niets
met elkaar gemeen hebben, en wier militaire waarde geheel af
hankelijk is van den meer of min oorlogszuchtigen geest van den
landheer. Is deze belust op de bezittingen van zijn nabuur, dan
offert hij alles op aan de strijdvaardigheid der hem ten dienste
staande legermacht.
Bij dergelijke landsheeren vindt men dan ook de legermacht ge
woonlijk op Europeesche wijze samengesteld uit infanterie, kavalle-
rie en artillerie. Gelijk in Europa zijn de mindere militairen in
een dergelijk geval gekazerneerd of beter gezegd gekampeerd. Zij
leven daar geheel afgescheiden van de overige bevolking met hunne
vrouwen en voorzien van de geringe soldij, die zij van hun lands
heer ontvangen, zoo goed mogelijk in hun eigen voeding. De
kleeding der troepen van den Taïkoenwiens legermacht als de
best georganiseerde moet worden beschouwd, bestaat uit eene blauwe
nauw sluitende linnen pantalon en dito hemd, hetwelk veel over
eenkomst heeft met een zoogenaamd Garibaldi hemd, zij dragen
verder witte kousen en lederen sandalen, ien een gelakte papieren
hoed van puntigen vorm. Om het lijf hebben zij een lederen gor
del, waaraan op zijde een groote sabel met verlakte schede beves
tigd is. Over den linkerschouder hangt een riem met patroontasch,
waaraan tevens de bajonet gedragen wordt. De officieren dragen
pantalons met wjjde pijpen, buizen met lange mouwen, alles vau
blauwe zijde, en hebben op den rechter- en op den linkerheup beide
een sabel hangen.
Eeuige kompagniën dezer troepen, die een soort van lijfwacht
vormen, zijn bewapend met getrokken geweren; de overige kom
pagniën hebben nog oude vuursteen-, ja zelfs lontgeweren.
De tenue en bewapening der troepen van de overige landsheeren
heeft veel overeenkomst met hetgeen men eeuwen geleden in Euro
pa zag. Harnassen, pijlen, bogen en zwaarden spelen daar den
hoofdrol.
De sabel is dus nog vrij algemeen het voornaamste verdedigings
wapen der infanterie. De behandeling van het geweer en de be
weging der troepen geschiedt nog overeenkomstig onze exercitie-
reglementen van 40 a 50 jaren geleden.
De artillerie staat, vermits dit wapen als het krachtigste wordt
beschouwd, op een betrekkelijk hoog standpunt. Oorlogszuchtige
640