verschijnen, waarom verzetten zij zich dan niet met hand en tand tegen de jaarlijksche verkwisting van millioenen aan het te groote Indische leger? (Zie het opstel over de //verplaatsing van den zetel van bestuur", op blz. 121 van het Mil. Tijdschrift, jaarg. 1872). Men stelle zich intusschen gerust. Het is geen //ingekankerd dwaalbegrip", geen //dwingelandij eener militaire theorie", die de oorzaak is dat hier geene goede, gezonde kazernes, hospitalen enz. bestaan. De anonyme betweters in het tijdschrift mogen eens in de begrooting van Ned. Indië nazien hoe weinig er jaarlijks voor den bouw van kazernes enz. wordt toegestaan, in strijd met de aanvragen van het Indisch bestuurhoeveel de wetgevende macht toestaat voor de uitvoe ring van het door den Koning vastgestelde beginsel: dat de troepen op gezonde plaatsen binnen 's lands gelegerd zullen worden in plaats van op de ongezonde strandplaatsen. In de volksvertegenwoordiging wordt, helaas, het Indische leger niet vertegenwoordigd; dat leger wordt daarvreezen wijmaar al te zeer vergeten Kunnen wij na de ondervinding der laatste jarennog op beterschap hopen November 1872. 672

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 679