69
Het is waar, wanneer men den prijs van elk geweer stelt op
83,49 (zie militair tijdschrift 1871 bl. 41), dan wordt voor deze
voorziening niet minder dan ruim 13 tonnen gouds gevorderd.
Maar vermits de kansen van het behoud onzer koloniën bij eenen aan
val van buiten daarmede wellicht verdubbelen, mag deze uitgaaf
wel geen bezwaar zijn. Wellicht meent men, dat de barissans en
legioenen, en de schutterijen vooral, zoodanige uitstekende, nieuwe
geweren niet behoeven. Wij zouden die meening niet deelenin
vredestijd moge zij eenigen grond hebben omdat genoemde troepen in
den regel geen deel nemen aan expeditiën tegen een inlandschen vijand,
doch in oorlogstijd, d. i. bij aanranding dezer bezittingen door eene
Europeesche mogendheid, moeten die troepen bij het staande leger
ingedeeld wordenen is het van het hoogste belang dat zij even goed
bewapenden vooral ook dat zij met hetzelfde kaliber bewapend
zijn. Men verkoope dus liever de tegenwoordige geweren, en ge
trooste zich eenige meerdere uitgavenom daarmede de zekerheid
te hebben dat het geheele leger in bewapening niet ten achter zal
staan bij den vijand.
Voor de mineurs en sapeurs zou, meen ik, de Zwitsersche jager
buks te verkiezen zijndeze kan op expeditiën aan den geweerriem
gedragen wordenen hun bij overvalling goede diensten bewijzen.
Het hospitaalpersoneel dient mede eenig wapen te bezittenalthans
bij oorlog tegen inlandsche vijandende conventie van Genève zou
de bewapening van dat personeel bij oorlog tegen Europeeschen vijand
vermoedelijk wel onnoodig, ja misschien zelfs schadelijk maken.
Bij expeditiën in deze gewesten dient het wapen zoowel tot lijfs
verdediging als om zoo mogelijk eenen zieken of gekwetsten makker
te beschermen; in verband met zijne diensten, geloof ik, dat men
dit personeel slechts een revolver zou moeten geven, die, na afloop der
expeditie weder in de oorlogsmagazijnen kan ingeleverd worden.
Bij het beperkt gebruik en het gering kaliber van den revolver
kan de door het hospitaalpersoneel mede te voeren munitie wel
geen bezwaar opleveren.
Het blanke wapen, waarmede de troepen te voet bewapend zijn komt
mij zeer voldoende voor; alleen is t wenschelijkdat door de bevoegde
autoriteiten ten strengste worde gelet op de zaagmessendie, volgens
I mijne overtuigingvoor het grootste gedeelte niet aan de gevorderde
I eischen voldoenvelen toch kunnen met gemak verbogen wordenen
blijven zoo staan tot men ze weder recht buigt, en de tanden van
de zaag zijn niet sterk genoegdeze beide nadeelen zijn naar mijn