70 inzien voldoendeom dit anders zoo bruikbare wapen aan een nauw keurig onderzoek te onderwerpen en op verbetering bedacht te zijn. De schoen waarinen de gordel waaraan het gedragen wordt voldoen goed aan het beoogde doel. Anders is dat met patroontaschdeze is te kleinen lastig in de beweging; zoowel op marsch als bij het vuren is hij hinderlijk. Hij zoude geleidelijk kunnen vervangen worden door patroonzakken van vetleder, van binnen gevoerd met schapenwol en gesloten door een klep vau hetzelfde lederdie met een lederen knoop aan de zak wordt dicht gemaakt. Deze patroonzakken worden met twee lederen passanten aan den gordel geschoven en zijn daaraan beweegbaar, zoodat zij bij het vuren vóór de rechterheup kunnen gebracht wordenin deze zakken moet men minstens 40 patronen en de benoodigde slaghoedjes kun nen opbergenhetgeen zeker niet te veel is. De <ckleine gereed schappen", benevens een veertigtal reservepatronen zou men in een langwerpig blikken trommeltje, dat de lengte en breedte heeft van den ransel en met een paar riempjes aan deze bevestigd wordt, kunnen opbergen; te velde zoude men die kleinigheden des noods in de broekzakken kunnen bergen, om ze spoediger bij bij de hand te hebben. De zooeven voorgestelde patroonzakken hebben verder boven de thans in gebruik zijnde tasschen het voordeel, dat de patronen beter tegen vocht beveiligd zijn. Ziet den soldaat op expeditie; in zijn practisch oordeel gaat hij al dadelijk een taschje van riet of bamboe vlechten om zijne patronen in op te bergendat hangt hij aan zijn gordelom met de lastige patroontasch (model I860) zoo min mogelijk iets te doen te hebbendeze zoude nudooi\ de invoering van een goed gesloten vetlederen zak, geheel vervallen. De ransel, avat de grootte betreft, moet volgens mijne overtui ging behouden worden, daar hij niet te groot is, maar toch groot genoeg om datgene te bevatten wat door den soldaat bepaaldelijk medegevoerd moet wordendoch de kwaliteit voldoet in 't geheel niet, want bij een marsch onder zwaren regen is hij in betrekkelijk korten tijd geheel doorgeregend, en het goed wat zich daarin be vindt doornat. Ook de vele reparatiëndie zich aan den ransel voordoenkunnen als bewijs dienen voor de onvoldoende kwaliteit daarvan. Eansels van koehuidenals tijgervellen bereid zoodat het vleezig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 77