76 worden gezonden," zegt de schrijver, //is in den laatsten tijd zoo toegenomen, dat men tot het besluit moet komen, dat zulks min der de schuld is van het individudan wel van de wijze van straffen en, in het algemeen, van de wijze, waarop in Indië de krijgstucht gehandhaafd en toegepast wordt." Deze redeneering houdt blijkbaar geen steek. Is de aard der strafopleggersis de wijze van handhaving der krijgstucht m de laatste jaren dan zóóveel veranderd? Er bestaat geen enkele reden ooi dit aan te nemen; en heeft, zooals het waarschijnlijkst is, daarin geene beduidende verandering plaats gehad, dan gaat ook alle mo tief verloren om te beweren, dat daardoor in den laatsten tijd meer paspoorten zonder certificaat zouden zijn uitgereikt dan vroeger. Uit de bovenvermelde cijfers blijktdat het aantal pasportee- ringen in de laatste jaren niet is toegenomen maar verminderd. Daaruit blijkt dus, dat de handhaving der krijgstucht, die dan volgens den schrijver in de laatste jaren onoordeelkundiger zou zijn geworden, daarop geen slechten, maar een goeden invloed zou heb ben uitgeoefend. Het is dus alleen mogelijkcijfers ontbreken onsmaar wij willeu de bewering des schrijvers niet tegenspreken dat, terwijl vroeger ook wel aan onwaardigen het certificaat van goed gedrag werd uitgereikt, hun dit in de laatste jaien is geviei- oerd; zeerste recht natuurlijk, want welke beteekenis heeft anders dit certificaat? Door stipt de hand te houden aan de bepalingen, en hundie zulks niet verdienenhet reëngagement of het certificaat van goed gedrag ook niet toe te staanbehoudt men een prikkel voor den man, om goed op te passen hij weet, dat hij zijne toekomst in de waagschaal stelt als hij dat niet doet. De handhaving der krijgstucht is noodig. In den laatsten tijd is daarover reeds veel geschreven, en wij gelooven dus, met weinig te kunnen volstaan. De geest, die o. i. in de beschouwingen des schrijvers doorstraaltisdat men niet alle overtredingen behoort te straffen, en dat, alleen doordien dat hier wèl geschiedt, sommiger strafregister overdreven en onverdiend zwart is. Wij zullen daartegenover stellen de meening van een paar mili taire autoriteiten. De Generaal-majoor C. A. Geiswet van den Net ten heeft ergens gezegd, dat //de krijgstucht nooit te streng ge handhaafd, noch hare voorschriften met te groote zorgvuldigheid nagekomen kunnen worden", en de Generaal Knoop schreef, in zijn opstel over de verdediging van Nederland in 1672. en 1670 //Wie ooit de strengheid in krijgszaken moge laken of misprijzen, wij niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 83