wij boven reeds de bewijzennog meer bewijzen daarvan zullen wij in 't vervolg van zijne beschouwingen vinden. Bekrompenheid en kleingeestigheid zonder weerga, ja, in de oogen van hen, die niet bij machte zijn om de oorzaak en het nut der verbodsbepalingen te beseffen; in de oogen van hen, die zich eeu oordeel aanmatigen over de chefs, op wier standpunt zij zich, ook maar voor een enkel oogeublik, niet kunnen verplaatsen. Meer willen wij hierover niet zeggen; het is onze taak niet, de Indische militaire chefs tegen de bedilzucht van den eersten den besten anonymen criticus te verdedigen, en die chefs hebben onze verdediging tegen zulk eene belachelijke beschuldiging ook niet van noode. De waarheid is, en zij wordt gestaafd door vele algemeene orders der laatste jaren, dat ons leger wel degelijk met den tijd mede gaat; dat men zich van hoogerhand aanhoudend moeite geeft om de militaire en intellectuëele ontwikkeling der soldaten te ver- hoogen en verbetering te brengen in hun zedelijk en stoffelijk welzijn. En zoo er hier streng wordt gediendhet is eene alge meen erkende waarheid, dat de oppassende militair, en zelfs ook de overigen, steeds het aangenaamste dienen onder strenge en flinke chefs. //Een der hoofdoorzaken van een aantal straffen in het Indische leger is het kantinestelsel." //De dwang, dien men den militair oplegt om daar en nergens elders zijne soldij te verteren die verplichtende noodzakelijkheid is niet alleen hatelijk in zijne oogenmaar sluit hem als het ware buiten de Indische maatschappij." Alweer verkeerde voorstelling van zakenWanneer is den sol daat de /verplichtende noodzakelijkheid" opgelegd, om daar en nergens anders zijne soldij te verteren? Maar evenals in Nederland en in andere landen zijn ook hier meerdere, voor den soldaat ver boden huizenwaaronder b. v. ook de kroegen van het slechtste allooi behooren. In fatsoenlijke koffiehuizen en dergelijke mag de soldaat gerust komenhij mag daar even goed als in de kantine //zijn geld verteren." Zoe noem ik b. v. den planten- en dierentuin te Batavia, die een morgen per week, ik meen des Zondags, gratis voor den soldaat openstaat. Eene andere kwestie, die wij den schrijver gaarne toegeven, maar die volstrekt niet het gevolg is van verbodsbepalingen, is, dat er over 't algemeen hier zeer weinig fatsoenlijke koffiehuizen gevonden worden, waar, tegen billijke prijzen, gezonde dranken voor den sol- 82

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 89