159
op en ijlde voorwaarts, maar ook hij viel, door twee kogels doodelijk
in het hoofd getroffen. De lc luitenant-adjudant van het bataillon,
vou Puttkamer, sprong, ofschoon reeds gewond, hierop van zijn
paard en hief het vaandel weder omhoog. Doch weldra viel ook
deze dappere, doodelijk gewond, ter aarde. Hetzelfde lot deelden nog
twee manschappen, die na hem het vaandel op nieuw deden wappe
ren. Toen nu ook de kommandant der kompagnie eindelijk gewond
nederviel, moest de tot een gering overschot gesmolten kompagnie
naar de steengroeve terugwijken. Daar aangekomen, bespeurde men,
dat men het vaandel miste. Twee malen werd nog getracht, het
dierbare kleinood te redden, maar de eerste maal keerde niemand,
de tweede maal van het uitgezonden detachement slechts één man,
op den voet door den vijand achtervolgd, terug.
Onder een heet gevecht met de opdringende Garibaldianen moest
het overschot der heldenschaar zich een weg tot hun korps banen.
Riciotti Garibaldi was man van eer genoeg, om den generaal von
Kettler des anderen daags door een parlementair te doen weten, dat
het vaandel, met bloed doorweekt en aan flarden geschoten, onder
een hoop lijken gevonden was. Uit eigen beweging erkende de vijand
dat het vaandel niet in den strijd genomen kunnen worden.
Om het dapper gedrag van den troep naar verdienste te beloonen
schonk Keizer Wilhelm persoonlijk een nieuw vaandel aan het held
haftig bataillon. De inwijding daarvan had op den 13derl September
1871 te Belfort met indrukwekkende plechtigheid en luister plaats.
Op een open plaats, tegenover de citadel van Belfort, was een altaar
opgericht; rondom dit altaar stond het 2C bataillon van het 61e re
giment in volle wapenrusting geschaard; de andere bataillons van
dat regiment en de bezetting van Belfortin paradetenuewaren
achterwaarts van het altaar opgesteld. Alle officieren van het gar
nizoen vereenigden zich rondom eene, voor het altaar geplaatste, tafel
waarop het nieuwe vaandel rustte. Vooraan stonden de officieren
en manschappendie aangewezen waren om het doek aan den stok
te bevestigen. De eerste nagel werd, in naam des Keizers, inge
slagen door den generaal von Kritter, kommandant van Belfort; na
hem volgden de generaal von Wedell, kommandant der 8e brigade,
de kommandanten van het 61e regiment en van het bataillon, en
daarna de overige daartoe uitgekozen officieren en minderen. Met
eene korte, indrukwekkende rede werd hierop, bij het altaar, het
vaandel plechtig gewijd door den veldprediker der divisie. Geheel
ontrold werd nu de schoone banier naar het bataillon toegekeerd,
O O