165 met verlof in Nederland, zich onledig houdt met eeue, uit de offi- ciëele bronnen te 's Hage geputte, beschrijving onzer krijgstochten in Boni. Met belaUgstelling zien wij dit werkdat in den loop van dit jaar zal verschijnen, te gemoet Inlandsche pupillen lij de korpsen. Blijkens de begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1872 zullen bij de korpsen van het Indisch leger inlandsche, Afrikaansche en Amboinesche pu pillen worden aangenomen. De Minister van Koloniën heeft op de volgende wijze de noodzakelijkheid daaraan aangetoond: Het is een feitdat bij de bestaande formatie van het Indisch leger meer dan de helft van het aantal militairen beneden deu rang van officier getrokken wordt uit het Maleisch en Afrikaansch element, en de inlandsche, Afrikaansche en Amboinesche soldaten bij expeditiën en een eventuëelen oorlog tegen een buitenlandscheu vijand dus een zeer belangrijk bestanddeel onzen macht uitmaken, zoodat het succes voor een groot deel zal afhangen van hunne militaire waarde. Die waarde te vermeerderen blijft steeds een ernstig streven, en als een der middelen daartoe wordt aanbevolen de aanneming van soldaten-kinderen van inlandsche afkomst bij de korpsen van het leger en hunne opleiding voor den militairen stand. Door bij iedere geheel uit inlanders, Afrikanen of Amboiuezen bestaande compagnie of detachement van voldoende sterkte vier in landsche pupillen te doen aannemen, bij de gemengde, gedeeltelijk uit Europeanen en gedeeltelijk uit inlanders bestaande, compagniën waarvan het aantal inlandsche militairen 100 of meer bedraagt, eveneens vieren waarvan dit minder dan 100 is twee pupillen, zoude een getal van 408 pupillen kunnen worden aangenomen, zijnde ongeveer 4/5 gedeelte van het aantal mannelijke soldaten-kinderen van 8 tot 14 jaar, volgens de laatste opgave bij het leger aanwezig. Opgenomen bij de compagniën hunner vadersen bij de vereischte zorg voor hunne opvoeding en militaire opleiding, zoude men van lieverlede eene beduidende aanvulling van later tot bevordering ge schikte soldaten voor het leger erlangen. De maatregel zal eene jaarlijksche vermeerdering van uitgaven van f 40.000 ten gevolge hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 172