EEN EN ANDER OYER DE BEOEFENING- DER
MILITAIRE WETENSCHAPPEN.
Het komt niet zelden voor, dat, na het slaan van een aantal
toasten aan den vriendschappelijke!) discheen nieuwe spreker op
treedt, met de woorden: //Veel is er al gesproken, maar,
Meneeren
Men zou dit ook op de wetenschappelijke vergaderingen kunnen
toepassen, en er dan op laten volgen: //Welk gunstig effect heeft
al dat spreken gesorteerdzijn wij er veel wijzer door geworden
beantwoordt het resultaat aan de schoone verwachtingdie men van
de algemeene order No. 68 van 1869 had?" Ik stel mij voor, tot
beantwoording dezer vraag, in eenige beschouwingen te treden.
Wat was het doel dier algemeene order? Dat doel kon geen
ander zijn, dan het aankweeken van lust en ijver tot studie, door,
zoo luidt de algemeene order, //eene meer algemeene en uitgebreide
beoefening van krijgswetenschappendoor het op breeder schaal
ontdaan van fes-vormen, bespreken van onderwerpen van practisch
nut op militair gebied.
Zoo ooit eenige algemeene order met genoegen werd ontvangen
dan was het ongetwijfeld deze. Men zou dan eindelijk verlost
worden van die herhaalde cursussen en theoriënvan die veronder
stellingen en rapportenwaartegen soms als tegen een onbeklimbaren
berg werd opgezien. Onder de vele verbeteringen, door het leger
bestuur der laatste jaren ingevoerd, is dit zeker een der meest wel
kome en aangename geweest.
Voorgedragen in de wetenschappelijke bijeenkomst der H.H. ofticiereu van het
•ie bataillon infanterie.