100 verplaatsen van den zetel van bestuur nog altoos eene onbesliste kwestie was, maar waarin ook met kracht werd opgekomen tegen het denkbeeld, dat die verplaatsing zulke groote onkosten zou na zich slepen. Naar aanleiding van dien twijfel heb ik gemeendaan den Gouver neur-Generaal te moeten schrijven om dit punt nogmaals ernstig te overwegen. Onder al de punten, die bij het defensiewezen ter sprake komen: slechting van de vesting werken van Soerabaja, het niet verder voort zetten van de fortificatiën te Willem I, het opgeven van de cita dellen te Batavia en Samarang, was er nog één punt waaromtrent overeenstemming heerschte, namelijk dat, hetwelk nu door den ge- achten spreker genoemd is, de noodwendige verdediging in ieder geval van Tjilatjap. Dit is ook de beslissing, die ik in 1866 ge nomen heb. Ik wil gaarne aan den geachten spreker de belofte afleggendat ik mij onmiddellijk na afloop van de discussie over deze begrooting met het door hem betoogde zal bezig houden." Niemand in de kamer protesteerde tegen de woorden van den heer de Boo en van den Minister. Wij wenschen dit te constateeren, om dat zoowel de verplaatsing van den bestuurszetel als de versterking van Tjilatjap uitsluitend bestemd zijn voor de verdediging van Java tegen een buitenlandschen vijanden uit de redevoeringen van beide sprekers blijkt, dat zij voor die verdediging willen zorgen; dat zij, die onder de leiders der liberale partij gerekend mogen wordendus niet //een blanken vijand als een idealen vijand" beschouwen, maar dat het beider wensch is, de kolonie op de verdediging tegen zoo- danigen vijand voor te bereiden. Gelukkig. En zou onze hoop ongegrond zijndat de Minister na de aanneming der begrooting de defensiekwestie van Java ter hand nemende, daarbij tevens de personeele strijdkrachten des legers zal overwegen en een voorstander van de herziening der personeele en materiëele belangen des legers zal worden? De leger-organisatie staat toch in de nauwste betrekking tot het vesting-systeemen wie het laatste wil regelen zonder acht te slaan op de eerste, vervalt in dezelfde fout waarop het stelsel van van der Wijck gestuit is. Aitendre et espérerBijeen Minister van Koloniën als de te genwoordige, wien zeker de moed niet zal ontbreken om uitgaven, zelfs hooge uitgaven, ook voor het leger, aan te vragen zoodra hem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 107