107 is. Het is waar dat de clausule, welke de Minister er bij voegt, dat de omstandigheden er toe hunnen leidende waarde dier ver klaring wel eenigszius tempert; maar van het standpunt der Regee ring kan ik die voorzichtigheid begrijpen. Annexatieof verovering, wordt dus niet door haar beoogd. De heer Fransen van de Putte, Minister van Koloniën: De Regeering maakt berichten in de staatscourant publiek als zij dit noodig acht; zij wil niet gebonden zijn zulks ten allen tijde te doen. Er zijn in de laatste maanden omstandigheden voorgekomen, die dit uit een humaniteitsoogpunt verbieden. Het bericht: //Twee officieren gesneuveld"; maakt hier wellicht 150 familiën ongerust, en men wordt bestormd met brieven en te legrammen van ouders, die men buiten staat is te beantwoorden. In zulke en andere mogelijke gevallen wil de Regeering zich niet binden, alle telegrammen publiek te maken. De geachte afgevaardigde meent, dat de Regeering in de laatsten tijd niet voldoende is ingelicht omtrent de onlusten in Deli. De Gouverneur-Generaal heeft zich beijverd met elke mail afschriften te zenden van alle rapporten, zoodat bij de Regeering voorhanden zijn een groote stapel bescheiden over de laatste expeditie van Deli. Geen enkel rapport heb ik ongelezen gelaten; geen enkel stuk van den Resident van Riouw of van den Assistent-Resident van Siakof het werd door mij overwogen. Maar daarom durf ik van deze plaats nog niet te komen tot eene conclusie omtrent de oorzaken; wellicht kunnen anderen, minder goed ingelicht dan ik ben, dit gemakkelijker, doch men neme de plaats in aanmerking van waar ik spreek. Het doel der expeditie is zeer duidelijk. Twee datoe's, onderdanen van den Sultan van Deliwaren niet alleen in verzet gekomen, maar hadden ook eene sterkte gebouwd om daarin te volharden. Dat verzet was gericht tegen den Sultan van Deli, die onder bescherming staat van de Nederlandsche Regeering en hare ambtenaren. De controleur van Deli trachtte de zaak in der minne te schikken, maar te vergeefs; en het gevolg van het bouwen der sterkte is geweest de eerste zen ding van eene konipagnie uit Riouw. Na het echec, door deze geleden, en breedvoerig in de staats courant vermeld, is besloten tot het zenden van het eerste halve bataillonlater vafi het tweede. Ik wensch te constateerendat het dempen der onlusten geenerlei

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 114