113 men moet er in de eerste plaats wel uit afleidendat het er vol strekt noodig in is; ten andere, dat het in alle voedingsmiddelen voorkomt, de plantaardige er onder begrepen. [Gomptes-rendus de V Académie des sciences, 27 Mai 1872, No. 22.) De heer Boussingault heeft uit 100 grammen of wichtjes bloed getrokken: bij den mensch 54 milligrammen ijzer, bij den os 55, het varken 59, de gans 37, den kalkoen 33, de kip 37, de eend 34, de kikvorsch 42. Men weet, het is een bekend pathologisch feit, dat, als het bloed niet genoeg ijzer bevat, er een bijzondere ziekelijke toestand uit voortvloeit, door de geneeskundigen aangeduid onder den naam chlorosis of bleekzucht. De prins von Salin-Horstmar is er zelfs in geslaagd chlorosis mede te deeleu aan haver, aan colza, door ze te doen ontkiemen in een grondgeheel misdeeld van ijzerhij heeft de ziekte doen verdwijnen door vervolgens ijzerhoudende be- standdeeien in de aarde te brengen. Het was van belang te wetenin welke verhouding het ijzer in de verschillende voedingsmiddelen aanwezig was; de physiologen, zoo wel als de geneesheereuhebben noodig te weten, welke zelfstandig heden het rijkst zijn aan ijzer. Wij kunnen hier de uitkomst der talrijke analyses van Boussingault niet doeit kennen; wij zullen de meest karakteristieke cijfers aanhalen om een denkbeeld te geven van de verdeeling van het ijzer in de verschillende spijzen en in de voornaamste dranken, verder verwijzende naar de verhandeling van den beroemden academicus. Men heeft gevonden op honderd grammen In ossenvleesch 5 milligrammenkalfsvleesch 3het vleeschachtige deel van een schelvisch 2schelvisch met huid en haar 8, koeienmelk 2, kippeneieren zonder de schaal 6, slakken zonder het huisje 4 geheele muizen 11, wit tarwebrood 5, maïs 4, snijboonen 7, linzen 8, haver 13, aardappelen 2, bloemkool 4, haver 8. Roode wijn van Beaujolais 10,9; witte wijn uit den Elzas 8, bier 4; Seine-water (bij Bercy) 0,4; Marne-water 1,00Dhuys-water 1,00; water uit den Artesischeu put van Grenelle 1,6; uit den Art. put van Passy 2,8; zeewater (bij Nizza) 7,0. Voegen wij hierbij nog eenige getallen, die betrekking hebben op verschillende zelfstandighedenzwarte haren (man van veertig jaren) 75; manen van een paard 50; veren eener duif 18; wol van een schaap 40pis van een mensch (gemiddeld) 0,4paardepis 2,4in de lucht gedroogde varen 55,0.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 120