115 licht stellen, dat men moet toekennen aan het ijzer bij de behan deling van zekere ziekten. Als een arts het gebruik van ijzer aan raadt aan iemand die lijdt aan chlorosis of aan bloed-armoede, schrijft hij niet alleen een geneesmiddel, maar een voedingsmiddel voor. Het ijzer is eene spijs evenzeer als stikstof, koolstof, enz.bijheb ben het noodig, het organisme eischt het, het moet noodwendig zijne normale dosis hebben. Het ijzer, vervat in vleesch, in bloed, in wijn kan geassimileerd worden, want het is reeds geassimileerd geweest, en het is dus verkieslijk het zooveel mooglijk toe te dienen in spijzen en dranken, die er het meeste van bevatten. De kanalen voor vertering zullen het beter verdragen, en men zal alzoo zeker zijn, dat het niet vruchteloos in het lichaam dringt. Laat ons, na deze inleidingovergaan tot de mededeeling van den heer Brouardel. De oorlog van 187071 heeft in Prankrijk en in den vreemde aan eene geheele geneeskundige litteratuur verhandelingen over am bulances, over wonden, over ziekten, enz. het aanzijn gegeven. Wij willen heden slechts de geneeskundige verhalen ontleden, die betrek king hebben op de gezondheid der belegerde bewoners van Metz en Parijs. Nooit had men de insluiting van zoo volkrijke steden bij gewoond, en het schijnt, dat wij, dank zij onze tegenwoordige we tenschappelijke opvoeding, zeker getal vraagstukken hadden moeten toelichten die betrekking hebben op de patliogenie van besmettelijke ziekten, dysenterie, typhus, scheurbuik, enz. Het heeft niet zoo mogen wezen; de taak der geneeskundigen was voor hunne krachten te zwaar, en te midden van de algemeene verwarring zijn, men moet het bekennen, slechts weinig vraagstukken voor goed opgelost ge worden. Het schijnt ons niettemin noodzakelijk toe, de verspreide bouwstoffen te verzamelen en geene gegevens te laten verloren gaan, waarvan later partij kan worden getrokkendaaruit zal reeds nu dui delijk worden, dat eenige van de ziekten, die de meeste slachtoffers gemaakt hebbenin het vervolg hunnen en moeten voorkomen worden. Zij, die de geneeskundige geschiedenis der insluitingen van Metz en Parijs geschreven hebben, stelden zich niet allen hetzelfde doel voor. De een, zoo als Dr. Grellois Histoire meclicale du bloc us de Metz)heeft de gebreken in de organisatie van onzen militairen geneeskundigen dienst dofen uitkomenanderen hebben de patlioge nie of het ontstaan van de ziekten, die bij belegeringen worden waargenomenbestudeerd. Dezen laatsten arbeid schijnt het ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 122