118
den, zoodat de studie van de sterfte der zes maanden van het beleg
en die van de sterfte der zes overeenkomstige maanden van het vorige
jaar zeer vergelijkbare inlichtingen verschaffen.
Van Sept. 1869 tot Febr. 1870 zijn te Parijs gestorven 23868
personen; van Sept. 1870 tot Pebr. 1871 niet minder dan 70742,
dus 46874 meer dan in een gelijk tijdperk van het vorige jaar, of
driemalen zooveel.
De ziekten, waarover de toeneming der sterfte loopt, zijn:
September tot Februari
Verhouding tusschen
1869-70.
1070-71.
de twee jaren.
Pokken
789
8197
1 10,-4
Typheuse koorts
642
4447
1 7
Roode loop
98
965
1 9,8
Buikloop
371
2714
1 7,3
Luchtpijpontsteking
1569
6369
1 4
Longontsteking
2025
5023
1 2,5
Ofschoon deze tabel de sterfte door scheurluik niet vermeldt
zullen wij beneden zien van welk gewicht deze ziekte geweest iswij
zullen er ook eenige opmerkingen over typhus bijvoegendie even
min te Parijs is voorgekomen als te Metz.
Men kan, op ietwat theoretische wijze, deze ziekten verdeelen in
verschillende groependie ons in staat stellen korter te zijn in onze
opmerkingen
A. Die zich ontwikkelen door aansteking en besmetting mias-
matische ziekten)pokkentypheuse koortsdysenterie.
B. Die ontstaan door ontoereikend en slecht voedsel (diarrhée en
scheurbuik).
C. Eindelijk luchtpijpstak- en longontsteking, die vooral afhangen
van atmosferische invloeden.
Deze laatste ziekten, die men kan aanduiden onder den naam
ziekten door koude, waren vooral ernstig, omdat de lijders verzwakt
waren door slecht voedsel; zij vormen niettemin een natuurlijke groep,
zij zijn te wijten aan afkoeling, en leenen zich tot eenige beschou
wingen, waarop niet genoeg de aandacht is gevestigd geworden.
A. Miasmatische ziekten (Pokken, typheuse koorts, roode loop).
Het beleg van Parijs heeft een aanvang genomen op het oogenblik,
waarin de pokken-epidemie, die sinds October van het vorige jaar