119
heerschte, aan het afnemen was. De sterfte door pokken was, na
in 't begin van Juli 1870 het cijfer 260 te hebben bereikt, in
't eind van Augustus (dus in acht weken) gedaald tot 100 per week.
Het binnenrukken van de mobiele gardesde aankomst van de toe
vlucht zoekenden gaven aan de pokken nieuw voedsel. Men legde
eenigermate weder hout op een slecht uitgedoofden vuurhaard en in
het eind van December 1870 bereikte de sterfte door pokken weder
een cijfer van 454 in de week.
Men kent den loop dezer ziekte. Er kwam te Parijs eene weinig
of slecht ingeente bevolking binnen. De heer Bouchardat zegt daar
omtrent //zoodra ik door het Officiüele Nieuwsblad de aankomst te
Parijs van de mobiele gardes uit de departementen vernamheb ik
den Raad van Gezondheid voorbereid op eene groote pokken-epidemie,
zoo men niet de snelste en krachtigste voorzorgen nam om ze te bezwe
ren." Het geneesmiddel was inenting en herënting: //Ongelukki
gerwijze heeft men weinig naar ons geluisterd, of zelfs men heeft
geweigerd onzen raad op te volgenonder voorwendselwat de soldaten
en mobiele gardes betreft, dat het een kwaad zoude zijn de man
schappen te doen inenten, want men zou hun aldus beletten te vechten
daar de puisten vau de pokstof hen zouden hinderen in het schieten.
Wat te zeggen van zulk een antwoord? Bovendien, men ente hen
in aan den linkerarmen zij zullen zich zeer goed kunnen bedienen
van hun geweer."
Deze weigering kwam het leger op eene brigade te staanvulde
Parijs met poklijders en was een der hinderpalenwaarmede de ver
dediging rekening had te houden.
Zoo de ondervinding van de gebeurde dingen eindelijk eens tot
iets kan dienen, is het duidelijk, dat voortaan zulk eene epidemie
oumooglijk zal zijn. Het geneesmiddel ligt in deze drie woorden
van Lorain, die, naar ons inzien, de geheele geschiedenis van de
pokziekte samen vattenbesmettingafzonderinginenting.
Ik spreek slechts voor memorie over de typheuse koortswel heeft
zij 4447 slachtoffers gemaakt, maar wij hadden te Parijs een groot
aantal niet geacclimateerde mannen van achttien tot zeven en twintig
jaren, soldaten, mobiele gardes, toevlucht zoekenden uit de buiten
wijken, die in een grooten haard van miasmen of slechte dampen
kwamen. Dat zijn de klassieke voorwaarden tot ontwikkeling van
typheuse koorts; de waarneming gedurende het beleg heeft de vroe
gere begrippen daaromtrent bevestigd; wij behoeven hierbij niet stil
te staan.