129 machtsvertoon de ons trouw gebleven bevolking der hoofdplaats vertrouwen in te boezemen en tevens indruk te maken op de op roerige Bandjareezen, die uit den aard der zaak zeer spoedig van een en ander -bericht zoude erlangen. Men verschafte tevens aan de officieren en minderen de gelegenheid, zich een juist denkbeeld te vormen van de inrichting en bouworde der Baliscbe kampongs en woningen. Bijna alle kampongs op Bali bestaan uit eene aaneenschakeling van afzonderlijke erven. Elk erf bevat de woningen met bijgebou wen, behoorende aan één of twee huisgezinnen, en is aan alle zijden omgeven door een van klei of gebakken steen opgetrokken muur, die soms eene hoogte van 3 el en eene dikte van 0,5 el bezit. Een dergelijke bouwtrant verhoogt uit den aard der zaak zeer het defensief vermogen dier kampongs, en stelt den verdediger in staat, het terrein voet voor voet aan den indringen te betwisten. Bij de conferentie werd verder vastgesteld, dat de landingsdivisie, versterkt door de 4e kompagnie van het 14e bataillon, Singa-radja zoude bezettenten einde de hoofdplaats tegen een mogelijken aanval der muitelingen te beschermen. Over deze bezetting zou de luitenant ter zee le klasse D. Schuurman het bevel voeren. In den vroegen morgen van den lö^n Werd het debarkement be werkstelligd en betraden onze treepen weder dezelfde plaats, waar zij zich voor een tiental jaren het laatst aan Bali's bewoners vertoon den, en waar reeds bijna twintig jaren geleden de generaal Micliiels aan wal stapte om de geleden nederlaag te wreken en den Balinees ontzag in te boezemen voor Nederland's vlag. Singa-radja werd om lOj- uur bereikt en het bivouac op de om liggende drooge rijstvelden betrokken met uitzondering van het bezettingsdetachement, dat zich in en om de poeri (verblijf van den radja) legerde. Inmiddels hadden ook de opstandelingen niet stil gezeten; maar zich gewapend en zich, naar de schatting van den resident van Ban- joewangie ten getale van ten hoogste 2000 man, te Bandjar om Ida Madeh Eahi geschaard. Te oordeelen naar de berichten, die men ontving, was de opstand hoofdzakelijk gericht tegen den radja en de pattih van Boelelensrwaar schijnlijk schreven de muitelingen aan deze inlandsche hoofden de benoeming van Ida K'toet Anom toe. Hierop afgaandezag men nog te meer de noodzakelijkheid in om Singa-radja voorloopig te blijven bezetten. Het civiel bestuur nam gelijktijdig maatregelen om de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 136