130
hoofdplaats voor een aanval te vrijwaren, door het bezetten der
wegen tusschen Singa-radja en Bandjar met bevolkingstroepeu.
Be kampong Bandjar, de woonplaats van Ida Madeh llalii, was,
zoo als reeds gezegd is, de hoofdzetel van den opstand ingeval er
dus geweld van wapenen moest worden gebruikt, was deze kam
pong vooreerst het doel van de expeditie. Men besloot daarom op
den 18J™ de beschikbare troepen weder te doen inschepen en west
waarts langs het strand naar het 12 palen verder gelegen ïeboenkoes
te stoomendat zich op slechts 3 a 4 paal van Bandjar bevond.
Keeds in den namiddag van dien dag kwam men op de reede
van Teboenkoes aan, en debarkeerde een gedeelte der troepen, dat
den volgenden morgen door de overigen werden gevolgd.
Ter nauwernood was het bericht van het debarkement onzer troepen in
Bandjar bekend, of Ida Madeh B.ahi haalde na veel moeite Hi-Ka-
massan over, om, aanhet hoofd van een gezantschap, geschenken
naar Teboenkoes te brengen. Hierdoor zou men in de gelegenheid
wezen zich van de sterkte onze troepen te overtuigen en misschien
tevens nadere berichten van de bedoelingen van deze militaire macht
in kunnen winnen. Nauwelijk had Hi-Kamassan echter het bivouac
bereikt, of hij werd gevangen genomen, op grond dat hij reeds
vroeger tot verbanning was veroordeeld en tevens tot de hoofden der
weêrs'pannigen behoorde.
De overige overbrengers der geschenken werden naar Bandjar te
ruggezonden en hun een ultimatum medegegeven, hetgeen aldus
luidde: dat, wolden de muitende hoofden den vrede bewarenzij zich
voor 10 uur des voormiddags van den volgenden dag bij den resident
aan moesten melden, terwijl zij, wanneer zij daaraan in gebreke
bleven, tot onderwerping zouden worden gedwongen.
Het gevangen nemen van Hi-Kamassan nog daargelaten of het
open gehandeld was, daar hij veroordeeld was wegens staatkundige
misdrijven, was zeker niet verstandig, want men kon overtuigd zijn,
dat dit de overige hoofdmuitelingen tot een krachtdadig verzet zoude
aansporen. De volgende dag (20™) kwam dan ook en het uur,
bij het ultimatum bepaaldverstreekzonder dat een der hoofden
noch iemand van hun aanhang was komenopdagen. Het was dus
beslist, alleen voor geweld van wapenen wilden zij bukken; het
wegblijven was de oorlogsverklaring.
De expeditie-kommandant wilde nu onverwijld gevolg geven aan
de bedreiging, en om 10 uur stonden de troepen onder de wapenen
tot den afmarsch gereed. Niet vóór IIV2 uur werd evenwel de