141 verklaarde zich niet in staat te gevoelen over de zaak te oordeelen, vooral nu zijne meening geen gewicht meer in de schaal zoude leg gen, wijl de stemmen eensluidend vóór den terugtocht waren; hij gaf er evenwel bij te kennen dat, naar zijne meening, de zaak te duister werd ingezien. Kort daarna was de terugtocht aangenomen en de derde aanval mislukt. Onmiddellijk na terugkomst in het bivouac werden de noodige tijdingen naar Banjoewangie gezonden en van Java versterking ge vraagd. In afwachting van deze bleven de troepen der landmacht het bivouac te Teboenkoes bezetten, terwijl de marine-landingsdivisie weder aan boord van de schepen overging. 1i>j u/U a U~ r- De majoor van Heemskerck was intusschen ernstig ongesteld ge worden, en werd den lS^en October in het bevel over de expeditionaire landmacht vervangen door den kolonel D. L. de Brabant, komman- dant der 3e militaire afdeeling op Java, die dien dag met zijn adju dant den lea luitenant der Infanterie H. Hamakerste Teboenkoes was gedébarkeerd. De nieuwe expeditie-kommandant besteedde de eerste dagentevens in afwachting van de gevraagde versterking, met het inwinnen van berichten omtrent het terreinde stelling en sterkte van den vijand, enz. Behalve hetgeen reeds vroeger bekend was, kwamen die be richten hoofdzakelijk op het volgende neer. Het terrein van af de zee naar de vijandelijke stelling, zijnde de aaneengeschakelde kampongs Dentjarik, Bandjar en Kali-Auget, was vrij sterk oploopend en bestond voornamelijk uit rijstvelden, waarop zich hier en daar een enkele struik of boom bevond. Rond om den boschachtigen rand die de kampongs bijna geheel aan het oog onttrokken, liepen ravijntjes, drooge waterleidingen of kleine rivieren. De kampongs zelve waren op een heuvelachtig terrein ge bouwd; Bandjar di atas lag, zooals de naam reeds.te kennen geeft, het hoogste, dan volgde Dentjarik, daarop Bandjar di bawah, terwijl eindelijk Kali-Anget het laagste was gelegen. Met het oog hierop besloot de expeditie-kommandant eerst Den tjarik en Bandjar di atas te nemen, en van daaruit tegen het centrum der stelling, Bandjar di bawah, te ageeren. In dien tijd was de versterking van Java aangekomen, bestaande uit de volgende, uit het garnizoen te Batavia getrokken troepen: het lle bataillon infanterie, onder bevel van den majoor F. A. C. Bloem, sterk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 148