145 door struiken en heggen, die de savvah's omzoomden, eene omtrek kende beweging op de beide flanken. Ten einde hen te verdrijven, verlieten de beide houwitsers het carré van het llc bataillon stel den zich op de hoeken in batterij, en openden hun vuur, toen de vijand tot op een 400 pas genaderd was; het vuur van de linker flank der beide laatste carré's voegde zich spoedig daarop bij dat der artillerie, met dat gevolgdat de Bandjarezen zeer snel terugdeins den tot buiten het bereik der kogels. De voorhoede had intusschen het ravijntje overschreden en wendde nu rechts, op Dentjarik aan, spoedig gevolgd door de overige troepen. Men vorderde evenwel slechts langzaam, daar het terrein meer en meer begroeid werd en zich zelfs, zeer nabij de linkerflank, vrij dicht houtgewas naar het zuiden uitstrekte, waardoor men gedwon gen werd elk oogenblik op een flankaanval bedacht te zijn. Eerst een uur nadat men de carré's geformeerd had, bevond men zich dan ook tegenover de kampong. Hier liet zich de vijand weder op de linkerflank, en kort daarna ook in front zien. Eene sterke bende viel nu onder woest geschreeuw op de voor hoede aan, die ook een oogenblik met haar slaags raakte, doch den vijand met verlies terug deed trekken. Op nieuw beproefde thans de vijand, volgens oud-Balische gewoonte, in massa eene omtrekkende beweging te bewerkstelligen op den linkerflank. Een tweede drom muitelingen vertoonde zich nog steeds aan den hoofd-ingang van de kampong en scheen besloten deze te willen verdedigen. De beide houwitsers onder Cassa stelden zich daarom buiten de voorhoede op en bereidden door hun vuur den aanval voor; langzaam rukte intusschen de kolonne voorwaarts, terwijl de artil lerie, nu ook ondersteund door het vuur der voorhoede en dat van de ach terladers, den vijand op minder en minder afstand beschoot. Gelijktijdig bewierpen de houwitsers der iandingsdivisie de kampong met granaten. De opstandelingen werden gedwongen den ingang der kampong te verlaten en zich achter de muren der erven bedekt op te stellen. Aldus naderde het hoofd der kolonne een ravijn, dat met nagenoeg loodrechte wanden aan eene diepte van 3 el eene breedte van 15 el paarde, en Dentjarik van de sawah's scheidde, waarop zich de troepen bevonden. Weder stelde de kolonel de Brabant zich aaD het hoofd der voorhoede, en stormde hiermede, het ravijn door de kampong in; de eerste, die in Dentjarik k'wam, was de kapitein Lanzing, op den voet gevolgd door den i™ luitenant M. L. L. Schell. Hier hield het voorste carré een oogenblik halt, onder het 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 152