148 Een honderd pas verder kwam men aan een pleintjedat het centrum van Bandjar-di-atas uitmaakte, en waar de twee hoofdwegen elkander sneden. De kolonne wendde zich van daar naar het westen, het pad volgende dat naar Bandjar-di-bawah liep. Beeds aan het begin van dezen weg vertoonden zich weder talrijke lansspitsen boven de muren, en getuigden deze weder van eene groote menigte vijandendie zich daar vereenigd hadden. Evenals kort te voren kwamen ook thans de houwitsers in batterij, dit maal ondersteund door de mortieren. Eenige weinige goed gerichte schoten en worpen waren voldoende'om den vijand ook van hier te verjagen. Steeds rukte de kolonne voorwaarts, erf voor erf onderzoekende, zoo noodig vermeesterende. Waarschijnlijk begint dit verhaal voor den lejer vervelend te worden, het is steeds eene herhaling van het vroegere, steeds het zelfde; geene bloedige gevechten, zoo als die in een Europeeschen oorlog voorkomen maar voortdurende schermutselingen tegen bijna altijd on zichtbare vijanden. Het is de reeds lang bekende geschiedenis van bijna alle Indische oorlogen. Energie moet bij een oorlog tegen een Europeeschen vijand on getwijfeld voorzittendoortastend moet daar gehandeld worden maar zeker niet minder energie, niet minder volharding moeten zij bezit ten, die aldus strijden tegen onzichtbare vijanden, die hen afmatten, enkelen doen sneuvelen of verwonden en nooit de gelegenheid aan bieden om door een schitterend, maar kortstondig wapenfeit de zaak te beslissen. Immer hetzelfde, immer denzelfden tegenstand, maar ook immer met denzelfden moed voorwaarts Zoo ook bij deze kolonne; steeds drongen onze dapperen voort; waren soms de muren te hoog om ze over te klimmen en te dik om ze neêr te schieten, dan werd de stelling geforceerd en de opstande lingen, zich in den rug en den flank bedreigd ziendetrokken terug. Geheel Bandjar-di-atas was op die wijze spoedig van vijanden gezuiverd. Toen de voorhoede uit die kampong déboucheerdeen den weg afdaalde, die naar Bandjar-di-bawah geleidde, verzamelde zich de vijand in grooteu getale achter de voorste muren en in de door sassaks gesloten pendoppo's van de eerste huizen. Het was te voorzien dat de tegenstand hier het hevigst zoude wezen, daar Bandjar-di- bawah het centrum der stelling washare muren sterker waren dan die der overige kampongs, hare verdedigers talrijker en hier alle hoofden van den opstand tegenwoordig waren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 155