149
In eeiie der woningentusschen de beide kampongs in gelegen
had zich de voorste drom Bandjarezen opgesteld. De expeditie-
kommandant, die dit bespeurd had, gelastte het peloton achterladeis
tot voor de opening in den inuur te rukken die toegang tot het erf
gaf. Juist toen men zich daar opstelde, sprong een voorvechter
later bleek het, dat dit Ida Njoemau Djoeuoeng was tevoorschijn,
rende met gevelde lans op het peloton in, en deed een Europeesch
fuselier sneuvelen, voor men den tijd had een schot te lossen. Op
hetzelfde oogenblik werd evenwel het vuur geopend, met dat ge
volg, dat Ida Njoemau Djoenoeng en drie andere voorvechters, die
hem gevolgd waren, neervielen. Toen nu ook de artillerie en de
voorste divisie haar vuur geopend had, greep een panische schrik
den vijand aan, die zijne laatste stelling prijs gaf en zonder meer
aan verdediging te denken den vlucht koos.
Toen de eerste schoten der artillerie, die op den ingang der
kampong Bandjar-di-bawah waren gericht, vielen, hoorde men voor
waarts op de rechterflank de muziek van het lle bataillon.
Laat ons thans zienwat met dit bataillon was voorgevallen.
Men zal zich herinneren, dat de majoor Beerens den last had ont
vangen, met het lle bataillon Dentjarik voorloopig te blijven be- f^jL
zetten, om, naarmate de overige troepen er in slaagden den vijand
te verjagen, deze te volgen. Aan dezen last werd ook gevolg ge
geven; het 11e bataillon rukte langzaam de kampong in, tot daar
waar de beide hoofdwegen elkander snijden. Men vernam toen reeds
bijna niets meer van het 14e bataillon en de landingsdivisie; slechts
een enkel geweerschot knalde in de verte, overigens hoorde men
niets dan het sissen der vlammen en het donderend uiteenslaan van
de brandende bamboezen.
Welken weg was de hoofdkolonne ingeslagen Men wist het
niet. Ook had de brand zich reeds te veel uitgebreid om tot gids
te kunnen strekken. Men was dus gedwongen te kiezen, en de
keuze viel op het pad rechtuit, dat onmiddellijk naar Bandjar-di-
bawah bracht.
Ofschoon men zoo goed als in het geheel niet door den vijand
bestookt werd, gelukte het toch niet dan na veel inspanning om
langs het heuvelachtige pad Bandjar-di-bawah te naderen. Toen de
kampong bereikt was, werd onverwijld een ravijntje door gestormd,
dat de kampong aan die zijde omgaf. Wel hadden de muitelingen
zich achter de voorste muren opgestelden ontvingen zij de kolonne
met enkele geweerschoten en een hagelbui van steenen; maar de