150
tegenstand was niet krachtig genoeg om het lle bataillou tegen te
houden, dat nu bezit nam van het smalle padhetwelk zich tusschen
het ravijntje en de muren bevond, terwijl de Balineezen gedwongen
werden meer achterwaarts stelling te nemen.
Het verder voortrukken van het lle bataillou werd nu echter
belet door het vuur der overige troepen, die uit Bandjar-di-atas
déboucheerdenen zoo als wij boven reeds gezegd hebbenhoofd
zakelijk op den hoofd-ingang der kampong hun vuur richtten. Het
was hoog tijd dat het 11° bataillou halt maakteanders had het zeker
door dat vuur geledendaar nu reeds eene granaat op slechts een
25 pas van het lc peloton viel en sprong; zij was evenwel gelukkig
achter een der muren gevallen. De majoor Bloem liet onmiddellijk
de muziek spelen, waardoor de expeditie-kommandant nog tijdig de
nabijheid van het lle bataillon bespeurde.
Bijna op datzelfde oogenblik gaf de vijand Bandjar-di-bawah
prijs en vluchtte naar het Noorden, de sawah's in; toen hij hier
evenwel door het llc bataillon werd bestookt, keerde de verwarde massa
overhaast terug en snelde in de schromelijkste wanorde het gebergte in
de houwitsers en mortieren der voorhoede zonden haar nog een schot na.
De tegenstand van de enkele vijanden, die nog stand hadden
gehouden, was van weinig beteekenis. De gezamentlijk troepenmacht
drong Bandjar-di-bawah binnen, en zeer spoedig was het huis van
Ida Madeh Rahi bereikt. Er vertoonde zich toen reeds geen vijand
meer, zoodat den troepen een half uur rust kon worden gegund.
Men bivakkeerde daartoe op de passar, het centrum van de kam
pong, die bestond uit een vrij ruim plein, waarop ook het huis van
Ida Madeh Rahi uitkwam.
Toen het halve uur verstreken wasstelde zich de kolonne-kom-
mandaut aan het hoofd van het lle bataillon en de marine-landings-
divisie en rukte tegen Kali-anget op, terwijl het 14e bataillon
Bandjar-di-bawah bleef bezetten.
Thans bleek de volkomen nederlaag van de opstandelingen ten
duidelijkste, daar Kali-anget geheel verlaten was. De troepen keer
den onverwijld naar Bandjar-di-bawah terug, waar het bivouac op de
passar weder betrokken werd. Nauwelijks was dit geschied, of op
verscheidene plaatsen in de kampong brak brand uit; aan blusschen
viel bij die bamboezen huizen niet te denken, zoodat een korten
tijd later het geheele bivouac omringd was door brandende huizen.
Den geheelen nacht duurde die brand voort.
Het was een fantastisch gezicht, die troepen, daar in carré gele-