152 Schalk kweet zich op eene uitstekende wijze vau zijn taak en het gelukte hem, met behulp van eene bevolkingspatrouille van den vorst van Mengoei, in wiens rijk de vluchtelingen zich ophielden, Ida Madeh Rahi, Ida Madeh Tainoe, Ida Madeh Kaler en Hi- Sadi gevangen te nemen. Onverwijld bracht hij hen naar Boeleleng alwaar zij den 19eQ November aankwamen. Ofschoon Hi-Sadi on derweg was gevluchtwerd ook hij dien dag te Boeleleng gebracht door de bevolking van Bandjar, die hem gevat had. Vijf dagen later werd Ida Madeh Sapau eveneens door den controleur Schalk opge spoord en gevangen genomen. De muitende bevolking was nu door het verbranden en vernielen hunner kampongs gestraft en in onderwerping gekomen; de hoofd opstandelingen waren gesneuveld of in onze handenmen kon de expeditie dus als geëindigd beschouwen. Het was nu verder de taak van het civiel bestuur, de laatste hand aan het herstel der rust te leggen. De troepen keerden dan ook spoedig naar hunne garnizoenen terug. Moeten wij, aan het einde van ons verhaal gekomen, nog den lof der Nederlandsch-Indische troepen verkondigen Hunne daden spre ken voor hen. Jaar op jaar, waar zij slechts gezonden worden, hechten zij eene schoone bladzijde aan hunne reeds zoo roemrijke geschiedenis. Moge de hoop niet ijdel zijn, dat men in het Va derland de verdiensten van het Indisch leger meer en meer leere op prijs stellenen leere inziendat men veelzeer veel het voortdurend bezit der kolonie aan dat leger verschuldigd is X. O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 159