8 van zijn, in dit opzicht is dit tijdschrift volkomen het orgaan van het leger. Hebt zelfvertrouwen, roept de schrijver in de N. M. S. ons toe; benadeel dat zelfvertrouwen niet door met geringschatting van de strijdkrachten te spreken. Een, op zich zelf, uitmuntende raad, en wij willen niets liever, dan dat wij zelfvertrouwen kunnen hebben. Maar wanneer men zich rekenschap geeft van den bestaanden stand van zaken; hoe kan men dan veel zelfvertrouwen koesteren? Tji- latjap, verdedigd met getrokken vuurmonden van onvoldoende capa citeit en glad geschut uit den ouden tijd, en dus onverdedigbaar tegen licht gepantserde schepen; het zoo kleine leger, grootendeels bewa pend met tromplaadgeweren tegenover de achterlaadgeweren des vijands; dat leger zonder behoorlijke aanvoering, omdat een Generale staf ontbreekt; de zetel van het bestuur open en bloot voor den vijand; het leger, voor een groot deel bestaande uit door strandklimaat ver zwakte gestellen tegenover versche Europeesche troepen wanneer men dan nog eene hooge mate van zelfvertrouwen bezitverwart men dan niet zelfvertrouwen met zelfbedrog? Doet men dan niet als de struisvogel, die het gevaar niet wil zien dat hem naakt? Si vis pace, para helium: wilt gij den vrede, maak u dan gereed voor den strijd. Zijn wij hier voor den oorlog gereed, dan zal niet licht een hebzuchtige vijand zich tot ons keeren; zijn wij dat niet, dan staan wij aan verovering bloot. Daarom is het onze dure plicht, een plicht, die ons door warme Vaderlandsliefde wordt opgelegd, om nu, in tijd van vollen vrede, naar ons beste vermogen te wijzen op alles wat verbetering en voorziening vereischt, en op zoodanige ver betering en voorziening aan te dringen. Onze stem is zwak en be- teekent weinig; maar dit is voor ons geen reden om te zwijgen; zoo die stem slechts eenige uitwerking, hoe gering ook had, zou ons spreken niet vruchteloos zijn. De woorden van Von Guerard, aan het hoofd van dit opstel geplaatst, zouden nog wel eens overwogen mogen worden. Mochten alle machthebbenden eenmaal van de waar heid dier woorden overtuigd zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 15