163
van den rang van 2deu luitenant der infanterie, militaire administratie,
kavallerieartillerie en genie te verzwaren en meer in overeenstem
ming te brengen met de eischen van den tegenwoordigen tijdzijn
voorstellen in dien geest aan de goedkeuring van het opperbestuur
onderworpen.
Met het doel om het gehalte van het inlandsch kader te verbe
teren, is aan het opperbestuur voorgesteld om Afrikaansche, Amboi-
nesche en inlandsche pupillen bij het leger toe te laten.
In 1869 is uitvoering gegeven aan een reeds in 1833 in Neder
land aangenomen, doch nog niet toegepast beginsel, ter instelling
van een algemeen eereteeken voor allen, zonder onderscheid van rang
of graad, die hebben deelgenomen aan door den Koning aan te wijzen
belangrijke krijgsbedrijven.
In 1867 werden met goeden uitslag proeven genomen met een
door den direkteur der geweermakersschool den 2den luitenant P.
W. II. Kuhntot achterlading ingericht gewoon indisch tirailleur-
geweer. Ofschoon proeven op ruimen schaal er toe leidden om een
geheel bataillou van naar dat stelsel getransformeerde geweren te
voorzien, is het voordeel van geweren van klein kaliber zoo overwe
gend, dat van het denkbeeld om de tirailleur geweren allen naar
dat stelsel te transformeeren is afgezien, terwijl door het opperbestuur
het uitzicht is geopend om het leger hier te lande, even als dat in
Nederland, te voorzien van geweren naar het stelsel //de Beaumont,"
In verband met de afschaffing der toelagen, toegekend aan onder
officieren en minderen, die als schrijvers dienst doen, is een nieuw
reglement op de aanvulling, indeeling, bevordering en betaling van
schrijvers aan de goedkeuring van het opperbestuur onderworpen.
Ook de toelagen, die aan officieren der genie en artillerie voor
het toezicht over den aanbouw van buitengewone verdedigingswerken
werden verleend, werden ingetrokken.
In 1869 werd eene nieuwe kleediug voor de officieren, onder-offi
ciereu en manschappen van het leger vastgesteld, strekkende om de
kleeding te vereenvoudigen en in overeenstemming te brengen met
die van het leger in Nederland.
De vele moeielijkheden, in Nederland steeds ondervonden in de
tijdige en volledige aanschaffing der uit Iudie geeischte officiers
goederen, en de nadeelen, den lande berokkend door de afkeu
ring alhier en de terugzending naar Nederland van aldaar goed be
vonden artikelenhebben tot de opheffing doen besluiten van het
officiers kleedingmagazijn dat ook om de aanwezigheid van particuliere