174 die beproefd zijn gewordenj de ander, daarentegen, slechts lettende op de uitkomst, heeft zich',een veroordeelaar getoond, zoo bitter en meedoogenloos mooglijk. Wel heeft de val vau Parijs het opgeven van den krijg ten gevolge gehad, maar de groote militaire operatie, die bestaan heeft in het verzekeren van den wederstand eener reus achtige stad van meer dan twee miliioen zielen, gedurende bijna vijf maanden, tegen een geducht leger, dat de krachtigste en nieuwste aanvalsmiddelen tot zijn dienst, en bovendien den ongetaanden glans van even schitterende als veelvuldige overwinningen in zijn voordeel had deze operatie, welke ook haar ongelukkige uitslag ge weest zijis niet zonder eenige waarde geweest en de geschiedenis onpartijdiger en minder hartstochtelijk dan wijzal er wellicht bil lijker uitspraak over vellen. Het voegt niet hun die een aanhoudend en rechtstreeksch deel aan de worsteling genomen hebben, er de verdiensten van te be palen of de zwakheden te lakenhunne meening kan in geen op zicht overwegend zijn; zij kunnen slechts, zij rnoeteu zelfs, door het verhalen van de gebeurtenissenwaarin zij betrokken zijn ge weest, aan de geschiedenis de inlichtingen eri de bouwstoffen ver schaffen, die haar later dienen zullen om beslissend en in hoogste beroep de meeuiug van de menschen te vestigen over de zoo gewichtige feitendie zij hebben zien volbrengen. Het is hun echter niet ont zegd reeds nudoor het onderzoek van die feiten zeiven en uit een louter theoretisch oogpunt, de gevolgen en besluiten te doen uit komen, die er natuurlijk uit voortvloeien. In de eerste plaats heeft de verdediging van Parijs het doeltref fende, bij de tegenwoordige wapening, van de conlre-approches aan getoond, gelijk die, waarvan de Russen het eerste voorbeeld hebben gegeven te Sebastopol. Aan het krachtige en snelle opwerpen van deze gewichtige werken is Parijs verschuldigddat het zoo lang weerstand heeft kunnen bieden aan de ontwikkeling der ontzettende strijdkrachten van de vijandelijke aanvallers. De verdediging heeft in de tweede plaats, en vooral, bewezen, dat, daar het vermogen van het artillerie-vuur met zijne dracht is toegenomen, de vroeger aangenomen afstanden voor doeltreffende flankeering van de stel lingen of vooruitgeschovene werken tegenwoordig niet meer dezelfde zijn. Het is hoog noodig, dat het naar de oude beginselen aange legde gebastioneerde front vergroot wordeen dat ook de forten veel verder van den wal verwijderd, op hoogere punten herbouwd wor den en bovendien verder van elkander liggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 181