178
medewerking van deze gedeeltelijk als vijandig te beschouwen strijd
macht rekenente minder omdatten gevolge van den wapenstilstand,
een groot aantal nationale gardesdie tot de partij van orde behoor
den, wegens verschillende redenen, Parijs tijdelijk verlaten öf hunne
wapenen in de magazijnen opgelegen hadden, ten einde hunne werk
zaamheden te hervatten. Anderen waren vast besloten te huis te
blijven en niet werkzaam op te treden in de groote worsteling, die
op handen was.
Het was dus zeker, dat al de inspanning van de beslissende han
deling, die men bepeinsde, van het staande leger moest worden
gevraagdmen moest zich niet ontveinzendat het toen in zeer
slechte omstandigheden verkeerde om die hulp op krachtdadige wijze
te verleenen. Met uitzondering van de divisie Faronwelke die de
gelijkheid begon te krijgen, waarvan zij sedert zoo vele bewijzen
heeft gegevenwaren de nieuwe troepen van het leger van Parijs
ternauwernood georganiseerdhet grootste gedeelte der manschappen
was eerst sinds twee dagen in de gelederenen de regimenten hadden
dus niet de noodige eenheid of homogeniteit, noch samenhang
Men moest zich dus voorbereiden op een gevecht van een klein leger.
25,000 a 30,000 man, gedeeltelijk van middelmatige hoedanigheid,
tegen drie honderduizend nationale gardes, waarvan het eene gedeelte
onverschillig, het andere vijandig was, en het laatste goedgewapend,
en in het bezit van onverwachte verdedigingsmiddelen. De opper
bevelhebber ontveinsde zich dus de zwarigheden van de onderneming
niet, en hield in het oog, dat al de goede kansen niet voor ons
waren. Hij zou gewild hebben, dat het gouvernement nog eenigen
tijd geduld oefende om het leger, dat meer en meer gevormd werd,
in staat te stellen, de noodige versterking te ontvangen, die de be
vrijding onzer krijgsgevangenen in Duitschland ons zou bezorgen,
Wij zouden dan met deze oude troepen van beproefde degelijkheid
ons tegenover het oproer hebben kunnen vertoonenbijna met de
zekerheid het te overwinnen op het oogenblikwaarin het nog niet
over al zijne krachten beschikte. Wie weet, of ten gevolge dezer
eerste en snelle overwinning, die tot noodwendige uitkomst zou heb
ben geleidde overgave van de artillerie en van de weggehaalde
munitie en de ontwapening van de nationale garde-wie weet,
of de verfoeilijke regeering der Commune niet in hetzelfde uur ware
gesmoord geworden, waarin hare optreding het zekerst kon schijnen
De ministerraad had den toestand anders beoordeeld; hij deelde,
wat het uitstellen van de te ondernemen krijgsoperatie betreft, niet