183 van het uitvoerend bewind om haar te behouden. liet was ongeveer één uur 's nachtstoen hij zich aan de woning van den President deed aandienen. De heer Thiers, zeer vermoeid door de aandoeningen der laatste dagenhad eenige oogenblikken rust genomen. Men moest hem wekkenalvorens den generaal binnen te leiden. Deze ontvouwde dadelijk al de bedenkingen, die sterk moesten pleiten voor het behoud van het fort. De heer Thiers erkende spoedig de juistheid er van en stemde, zonder woordenwisseling, toe, dat het dringend noodzakelijk was het weder te bezetten." Een uur later vertrok een der beste regimenten uit Versailles naar den Mont-Valérieuen om acht uur in den morgen was het fort weder bezet. De gefedereerden of oproerlingen vertoonden er zich eerst des namiddags. De wakkerheid van den opperbevelhebber had een verlies bezworen dat de bedenkelijkste gevolgen na zich had kunnen sleepen. Het is te betreurendat de generaal Vinoy zich in zijn werk niet gehouden heeft aan den regel: //Schoenmaker! blijf bij uw leest." Indien hij zich bepaald had tot krijgskundige opmerkingen, zouden wij hem blaam hebben bespaard. Maar hij zet ook den voet op het glibberig pad der staatkunde, waar hij blijkbaar niet te huis is, en begaat dus nu en dan een' misstap. //Voor elke volksberoe ring weet hij slechts voorwendsels' te vinden; den 4den September, waarop de onwaardige keizerlijke alleenheerschappij in een zakte, noemt hij een ongelukkig en dag", gelijk te stellen met het oproer van 31 October en dat der Commune van 18 Maart. Voor hem heeft eene volksbeweging niets ingewikkelds; hij ziet er nimmer iets an ders in dan "het laagste grauw", dat nwanorde en plundering" wil en de volksmenners", die nog minder deugen dan dat grauwalthans te oordeelen naar de liefelijke benamingen, die hij hun naar het hoofd slingert. De generaal vermoedt zelfs niet, dat er maatschap pelijke vraagstukken bestaan. Evenmin heeft hij oog voor de ver derfelijke centralisatie in Erankrijk onder Napoleon III, zelfs Bismark, de man van bloed en ijzer, voor wien macht boven recht gaat, en dien wel niemand onder de sentimenteelen zal rekenen, oordeelde, dat er "een grein gezond verstand" in het werk der Commu ne lag. Als men een generaais-traktement heeft, valt het gemakkelijk te schelden op den wanhopige, die honger lijdt en in verzet komt. Maar de armoede wordt niet weggenomen door scheldwoorden en bajonnetsteken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 190