188 In dezen verschrikkelijken cirkel hebben onder het tweede Keizerrijk te vergeefs zij rondgeapartelddie sedert gevallen zijn als slachtoffers van het algemeene gebrek aan solidariteit. In de allereerste plaats hadden de Parijsche meubel-schoen- en kleer makers te kampenen zijdie hun overlevenkampen nog tegen de buitenlandsche werklieden, dat overschot van den economischen kamp op een verder verwijderd tooneel. Er zijn, de jongste Memorie van den Parijschen gemeenteraad getuigt het, afkomstig uit het buitenland: 3000 meubelmakers, 5000 kleermakers, 10,000 schoenmakers, die den Parijze- naren werk betwisten en verlaging van de loonen veroorzaken. De in de voortbrenging aangebrachte wijzigingen hebben slechts het gevoel van onvoldaanheid doen stijgen. Onder de meubelmakers hebben de afwisselende wijzen van bewerking er om strijd toe bijgedragen den arbeider uit te putten en het loon te verminderen. Plet werken op stuk in de fabriek, het werken te huis naar een model of patroonhét werken op de kamer door arbeiders, die zich het hout en andere grondstoffen op nadeelige voorwaarden aanschaffen en hunne voortbrengselen tegen lagen prijs verkoopenal deze wijzen van voortbrengen hebbendoor op el kander terug te werkende mededinging doen toenemen, het loon doen dalen, den arbeidsduur verlengd. De loonen van de kleermakersknechts zijn zoo afgenomendat zij vrouw en kind aan een arbeid moesten zettendie meer en meer uren van den dag vorderde. Zoo men de wetten wil waarnemen, volgens welke de prijzen van naar een model vervaardigde voorwerpen zijn afgenomen, raadplege men het verslag van de spijkermakers: in 1850 legde de uitvinder van eene nieuwe werkwijze aan zijne daglooners een tarief opdat de helft lager was dan het oude. Uit gebrek zijn zij verplicht het aan te nemen. Zijn mede dingers volgen hem na en om zich te handhavennemen zijde een vóór, de ander na, vrouwen en kinderen in de fabriek. Voor de mannen wordt de mededinging meer en meer eene onmogelijkheidwant voor een zelfden arbeid is het loon der vrouwen lager. In 1867 hebben zekere firma's de tarieven voor vrouwen besnoeid. Wie kan zich dan nog verwonderen over de onbeperkte verlenging van den arbeidsduur, telkens als zij mogelijk is? In een anderen tak van nijverheid; de blikslagerij, zijn er werklieden, die hunne helpers (kinderen) tot elf uren des avonds moeten doen arbeiden om het noodige levensonderhoud te winnen. In de meubelmakerij heeft de vooruitgang in de verdeeling van den arbeid het werk zóó vereenvoudigddat een groot aantal middelmatige knechts in het strijdperk hebben kunnen treden met de bekwame meubel makers. Bij de kleermakers neemt men hetzelfde verschijnsel waardat verderfelijk werkt op het peil der loonen. Behalve de meubelmakerij, bieden deze nijverheidstakken minder dan die der lijnwaden en der constructie-ateliers de gelegenheid om den invloed der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 195