190 belang hadden om er zich aan te onttrekken. De Franschman is zoo en niet anders. Hij speelt gaarne inet de omwenteling, ge lijk een kind met speelgoed. Zonder hen overigens lief te hebben zal hij de coryfeeën eener partij, wier overwinning zijn ondergang zon zijn, hemelhoog verheffen. Danton zal altijd genade vinden, al ware het maar uit zucht naar het dramatische in het schilder achtige. Hebben wij zelfs niet deftige, voorname geschiedschrijvers gelijk Mignet en Thiers, zien toegeven aan die onverklaarbare aan trekkelijkheid voor het treurigste tijdperk der Fransche geschiedenis en handelingen, die het tegenwoordig moeilijk zou vallen te poëti- seeren, in het minst ongunstige licht zien plaatsen. Zeker zult gij veel Franschen aantreffendie nooit anders dan eene vrij middelmatige bewondering voor Robespierre gekoesterden altijd een diepen afschuw van Marat van Hébert gevoeld hebben, en van de razenden en booswichten van hetzelfde slag. Maar zult gij er een ont moeten ik herzeg ééndie niet gedurende langen tijd als een'' der roemrijkste en gelukkigste dagen voor zijn volk dezen of genen dag heeft aangemerkt, waarop het gezag der wet werd overwonnen door brutaal geweld, door de pieken van de bewoners der buitenwijken of door de bajonnetten van de soldaten Hoe velen zult gij vinden onder de gematigdste aanhangers van de Republiek die den l(Hen Augustus 1792, waarop het volk de Tuilerieën binnenstormde en de trouwe zwitsersche verdedigers vermoordde, Diet beschouwt als eeti hoogst heiligen datum? Welk vriend van orde zou u niet voor een aanhanger van het schrikbevind gehouden hebben, zoo gij u vóór den Zien December 1851 veroorloofd hadt de wetschennis te ver- oordeelen, door den generaal Bonaparte begaan op den IS1*™ Bru- maire? Loopt men niet nu nog gevaar in Frankrijk door alle par tijen voor een godslasteraar te worden aangezien, zoo men schrijven durfde, dat de dag van den 14den Juli 1789, waarop de Bastille geslecht werd, de groote dag, die de era der Fransche vrijheid heet te openen, eigenlijk de era van oproeren, opstanden en staatsgrepen heeft geopend? Men kon toch waarlijk de vrijheid wel gegrondvest hebbenal hadden de voorsteden van Parijs op dien dag niet eene onschadelijke, weerlooze sterkte genomen, verdedigd door veertig Zwitsers en tachtig invaliden. De Nationale Vergadering kon toch Zie onder andere, het dezer dagen verschenen werk van Bourloton en Robert: La Commune et ses idéés a travers Vhistoireb. v. de bladzijden over Etienne Marcel, den volksleider in 1858. Fe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 197