203
die meer op de Eransche natie in het algemeen betrekking hebben,
hoewel het leger, als uit de natie getrokken, er niet te min den
terugslag van ondervonden heeft.
De hoofdoorzaak van het zedelijk verval van het Eransche leger
moet gezocht worden in de omstandigheid, dat het leger niet altijd
even trouw aan zijne allereerste roeping beantwoord heeft. Die roe
ping, voor alle legers dezelfde, is de handhaving van het wettig gezag.
In plaats van dit gezag te schragen en te handhavenheeft het
leger het meermalen bestreden; in stede van voor dat gezag een
krachtig wapen te zijn, heeft het zich tot een werktuig der politieke
partijen verlaagd.
Voorwaar een hard oordeelmaar dat helaasdoor de geschie
denis gerechtvaardigd wordt.
Beginnen wij met het jaar 1830.
Toen bij het uitbreken van den opstand te Parijs, een regiment
op den Pont-Neuf verraad pleegde, en deze misdaad verheerlijkt en
beloond werd, kregen de officieren en soldaten die aan hunne vaan
dels trouw gebleven waren, hun ontslag uit den dienst; terwijl
de Hertog van Chartres, oudste zoon van Lodewijk Philips, endoor
Karei X tot kolonel van het 1° regiment husaren benoemd, naar
Joigny vertrok en ziju regiment, dat daar in garnizoen lagondanks
de vertoogen van enkele officieren, naar Parijs geleidde, om het aan
den opstand te doen deelnemen.
Sommige officieren, over deze en meer dergelijke feiten veront
waardigd, wilden eene regeering niet dienen, welke door geweld
recht van bestaan had verkregen en namen hun ontslag, maar an
deren die den opstand ondersteund of goedgekeurd hadden, erlangden
eene belooning. Bij enkele regimenten verzetten de onderofficieren,
door deze voorbeelden aangemoedigd, zich tegen de officieren die
hun niet bevielen, verjoegen hen, namen hunne plaatsen in en werden
hierin gehandhaafd. Tot overmaat van schaamteloosheid werden onder
den naam van //héros de Juillet" bij het leger officieren aangesteld,
die aan den opstand deel genomen, of het trouw gebleven gedeelte
van het leger bestreden hadden.
Ook in 1848 was het leger niet in staat de omverwerping van
den troon van Lodewijk Philips te beletten, en moest het even
spoedig weer trouw aan de Republiek zweren.
Op den 22sten, 23sten en 24sten Februari van dat jaar, hebben
zich de linietroepen te Parijs, in tegenstelling van de voorbeeldige