beschouwd werd als een //appendix" van een rang, en menig officier vermeende verongelijkt te zijn, wanneer hij er geen bezat van eene klasse, met zijnen rang overeenkomende. Dat dit het middel niet was, en kan zijn om eene ridderorde in waarde te doen stijgen, behoeft wel geen betoog.' Wanneer nu bij een leger, bij het toekennen van rangen en be trekkingen en het verleenen van decoratiën en andere onderschei dingen, verdiensten noch kunde, dienstijver noch karakter aanbeve lingen zijn, maar gunst en dienstjaren alléén in aanmerking komen, dan zullen intrigues, routine en gemakzucht noodzakelijk de gevol gen van dergelijke handelingen zijn. Om een denkbeeld te gevenin welke mate de routine en de ge makzucht bij het Pransche leger heerschtenzij het voldoendede volgende bijzonderheden uit den jongsten oorlog aan te halen, welke tevens aantooneu, hoe duur die routine en die gemakzucht den Pranschen zijn te staan gekomen. Aan de oude slagorde waarbij de tirailleurs op vijftig el vóór, de tweede linie op honderd en de reserve op twee honderd el achter de eerste linie opgesteld werden hielden de bevelhebbers zich, on gerekend de verdere dracht der nieuwe vuurwapenen, vastmet uitzon dering evenwel van generaal Deligny, bij Bem'y op 7 October 1870. Yan daar het hooge cijfer der gekwetsten en gesneuvelden aan de Pransche zijde. De och tend-veldontdekkingen werden steeds op hetzelfde, door het reglement voorgeschreven uur gedaan; daaraan en aan de ge woonte, die op de veldtochten in Algerie en Mexico, waar men dagen achtereen marcheerde zonder den vijand te ontmoeten was ingeslopenom den voorpostendienst te verwaarloozen, moet het wor den toegeschrevendat het leger bij herhaling overvallen werd, zooals o. a. bij Weissenburg met de divisie Douay en bij Beaumont met de troepen van de Pailly het geval was. In de laatste oorlogen gewoon te overwinnen, geraakte het leger op zijne terugtochtenwaar het niet in geoefend scheenbijna altijd in volle verwarring, meermalen zelfs op de vlucht, zooals o. a. het 1° legerkorps te Saarbrug. Zoo hadden de maatregelen, die den kommandanten der vestingen voorgeschreven waren, uitsluitend op een geregeld beleg het oog, en hield men zich hierbij slaafs vast aan de oude school van Mon- talembert en die van Carnot, d. i. eene krachtige verdediging op korten afstand. 206

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 213