219
belang zich in alle oprechtheid af' te vragenin welk opzicht deze
school in het verleden is te kort geschotenin welk opzicht zij nog
in dezen oogenblik te kort schiet, want zij heeft sinds den oorlog
geene enkele wijziging ondergaan (P); men heeft er in 1871 de
overlevering, het programma van 1870 weder opgevat, alsof er tus-
schen die twee data niets merkwaardigs gebeurd was. Wij zullen
straks menig onderdeel hebben te critiseerenen zullen het doen
zonder om te zien, maar reeds dadelijk wenscheu wij het karakteris
tieke gebrek der school te doen uitkomenalles schijnt er op toe
gelegd om bij de kweekelingen den lust voor studie en arbeidals
zij er dien bij toeval medebrengen, uit te dooven.
I.
Aanvulling van de school.
Men moet wel bekennen, dat zij er dien zelden medebrengen.
Sinds een' menschenleeftijd wordt de school, behoudens uitzonde
ringen, die den regel bevestigen, ongelukkigerwijze aangevuld door
de minst leergrage kweekelingen van de Universiteit en van de je
zuïeten. Men kwam slechts te Saint-Cyr, als men zich niet voor
een ernstiger examen kon aanmelden; zij, die altijd roeping voor de
school hadden gehad, prijkten slechts in reden van 1:10 onder het
getal adspiranten of candidaten, en men kan in het algemeen zeggen,
dat, in de lycées b. v., de cursus van voorbereiding tot de Militaire
School van Saint-Cyr tot de klasse, waar men tot de Polytechnische
School wordt voorbereid, in verhouding stond als het bijzondere
onderwijs (het //kruideniersonderwijs, gelijk de jongelieden van
het collegie zeggen) tot het klassieke. In de afdeeling: Eerste be
ginselen der Wiskunde, waar de toekomstige Saint-Cyrien gevormd
wordt geen of weinig eigen studie; de leeraar, die doorgaans te
doen heeft met leerlingente lui om te streven naar toelating op be-
roepsscholen of naar kennis van hoogere wiskunde, kauwt dapper voor
hen, wat zij slikken moeten, of, zoo gij liever wilt, hij leert hun
alles werktuigelijk nazeggen, alsof het papegaaien en kakatoes waren.
Dat is, om het in het voorbijgaan op te merken, het geheim van
den wonderbaarlijken uitslag, waarmede gewoonlijk de jezuïeten door
de examens komen, waarvan wij spreken. Van het oogenblik, dat
het maar te doen is om te fabriceeren, om klaar te maken, om als
in eene broeikas te doen uitbotten, om het geheugen te meubelen
en niet het verstand te ontwikkelen, om in trage hersens de grootst
mogelijke hoeveelheid kennis te bergen hebben zij huns gelijken