221 dat aan de militaire school onderwezen wordtik vergis mij, alvorens er de studie van te beginnen, houdt men eene algerneene recapitu latie van de cijferkunst, en de kadetten zijn niet weinig verbaasd eene eerste les bij te wonen over de optelling. Nietdat zij bekwaam zijn voor hoogere wiskunde; vóór eenige jaren had men, om hen te verlokken tot de stellige wetenschappener aan gedacht hun eenige begrippen van .analytische meetkunde in te prenten. De proef in den beginne niet gelukt zijnde, werd men terstond moede loos. Was het wijs niet te volharden, niet wat ruimer aandeel te schenken aan hetgeen de grondslag, de hoofdzaak van het onderricht des officiers zou moeten zijn. Was het voorzichtig zich te verge noegen met dien ietwat hybridischen cursus voor beschrijvende meet kunst in elk geval ontoereikend om aan jeugdige militairen die plooi van strenge stiptheid en ik zou wel willen zeggen van transcendentale nauwkeurigheid te geven, waaraan zij boven alles behoeften hebben P Natuur- en scheikunde. Een enkele cursus gelijk gij zieten ten hoogste in veertig lessen. Hoe zoude men het ouder zulke voorwaarden behooren aan te leggen Men zou moeten aannemen, dat de grond beginselen de algerneene begrippen dezer twee wetenschappen elders onderwezen zijn geworden en zich slechts onledig houden met natuur- en scheikunde toegéppst op de krijgskunst. In stede daarvan, is het hier hetzelfde en betreurenswaarde stelsel van recapitulatie; het zijn geheele uren, zonder eenig nut verspild; louter verlies, voor den een, omdat hij alles reeds weet, voor den ander, omdat hij dat galopeeren- de onderwijs niet kan bijhouden. Geschiedenis. Misschien komt bij dezen cursus het duidelijkst het- gebrek uit, waarop ik wijs. Hoe wil men in eenige lessen tien eeuwen zóó doorloopen, dat er voor hoorders, wier aandacht tusschen zoo vele werkzaamheden verdeeld is, een ernstig voordeel bijblijftNog eens zij, die de zaken reeds wistenleeren nietszij die niet wistenkunnen slechts met groote moeite volgen. Het komt er vooral hier op aan, dat men zich beperke, dat men zich bepale tot eenig hoofdstuk der krijgsgeschiedenis, dat men het van alle zijden grondig behandelemen kieze zulk een afgebakend onderwerp en men toone den leerlingen, hoe zij studeeren moeten. De kunst van studeeren daarin moest het objectief bestaan van alle onderwijs, dat aan de school van Saint- Cyr gegeven wordt. Letterkunde. Wanneer ik gezegd zal hebben, dat het professoraat hierin opgedragen is aan den heer Paul Albert, den zoo mannelijken en tevens zoo sierlijk zich uitdrukkenden meester, wiens vrijzinnig- I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1873 | | pagina 228