225
gen, hen beletten, zoo zij het ernstig wilden, dezen of dien cursus
voor geschiedenis of aardrijkskunde te volgenzeer schrander ge
plaatst na bet uur van exereeren. Ik koin dus op mijn refrein terug,
en, ik vraag er den lezer vergiffenis voorik zal er nog meer
dan eens op moeten terug komende tegenwoordige inrichting van
de school roeit noodwendig den lust tot studie uit bij allendie
op hare banken plaats komen nemen; er is eene keurnatuur, er is
een brandende ijver voor arbeid noodig om aan die opleiding weer
stand te bieden en niet, door altijd //theorie" op te zeggen, den
lust tot nadenken, tot nasporingen tot wetenschap te verliezen.
II.
Studie-Programma der school.
Laat ons zien, wat de inwendige inrichting van de school is.
Men brengt er twee jaren door, wat niet te veel is om de speciale
kundigheden op te doen, die de officier noodig heeft. Van dezen
tijd wordt het grootste gedeelte gebezigd, gelijk ik zoo even aan
wees; wat er overblijft, wordt het op de volgende wijs.
Eerste jaar. Dit telt zes cursussen: geschiedenis, aardrijksbe
schrijving, letterkunde, beschrijvende meetkunst, physica en schei
kunde en Duitsche taal. Voeg daarbij het onderricht in het teekenen,
dat gedurende de geheele twee jaren wordt gegevenen gij zult het
volledige programma van de studiën der jongste kweekelingen hebben.
Is men niet bij den eersten aanblik getroffen door de loutere
titels van deze cursussen? Daarin is niets speciaals, niets, dat naar
de militaire school riekt. Onderstel een schranden jongeling, die;de
burgerschool verlaat en begeerig is zijne opleiding te voltooien in
eene inrichting van hooger onderwijs door eene soort van algemeen
overzicht of herhaling, maar in het geheel geen lust heeft voor de
militaire loopbaan; hoogst waarschijnlijk zal hij zich voor die cur
sussen laten inschrijven, en het is op zijn minst verwonderingwek
kend,' dat eene school, die zich speciale en militairen noemt, aan
toekomstige officieren geen ander onderricht heeft te bieden in een
eerste studiejaar, dat is te zeggen in het tijdperk, waarin het
er op aankomt aan den geest eene krachtige richting te g^ven en
hem de liefde tot militaire studie in te boezemen.
//Maar1 zult gij zeggen//het is onmogelijkdat die cursussen
over geschiedenis, letterkunde, meetkunde, natuurkunde niet een
praktisch karakter hebbenonder den titel geschiedenis moet men
zeker verstaan krijgsgeschiedenisgelijk met letterkunde zeker be-