229
zij vormt officieren ik geef dit toe, maar officieren van het
eerste keizerrijk.
Het is onontbeerlijk, dat de school hare programma's voor krijgs
kunst en krijgsgeschiedenis vollediger make; deze cursussen moeten
twee jaren duren, de eerste eindigende bij de Weener-traktaten
de tweede gewijd aan de studie van de verbeteringen in onze eeuw
tot stand gekomen; vooral moet in dit tweede studiejaar een ruimere
gezichteinder geopend worden voor den geest der leerlingenmen moet
hen op de hoogte brengen van wat ik //de militaire beweging in den
vreemde zal noemen". Zij moeten, in één woord, een modernprak
tisch levend onderricht hebben, in stede van dat slenderachtig onder
wijs, waaraan men zich zoo lang verkneukeld heeft. En hier zouden,
als aanhangsel, als bondgenoot van dien cursus over krijgskunst,
welken ik mij droom, tot hun groot voordeel, degelijke lessen over
militaire letterkunde en bibliographie komen.
Den cursus voor krijgsgeschiedenis over twee jaren te verdeelen
des noods den cursus voor algemeene geschiedenis, die tegenwoordig
gegeven wordt, af te schaffen; de lessen over letterkunde, die thans
op het programma prijken, geheel weg te laten en te vervangen
door een meer speciaal onderricht; vooral minder aandeel te schen
ken aan het «bataljon", om de redenen, die ik opgesomd heb,
opdat de cadet te Saint-Cyr eerbied voor studie krijge of bewa-
re dat zlJn de wijzigingen, waarvan de oningewijde, de pékin
bij den eersten aanblik de noodzakelijkheid inziet. Welke ook de
oplossing van het militaire vraagstuk moge zijn, er bestaat geene
enkele reden om deze hervormingen te verdagen, want zij zijn ten
eenemale onafhankelijk van het besluit, dat de Nationale Vergade
ring zal nemen; zij zijn even uitvoerbaar als dringend noodig
twee machtige aanspraken, wel is waar, om niet te worden aangenomen.
Om deze hervormingen te verwezenlijken, om de school op de
hoogte van hare roeping te brengen, behoeft men haar budget niet
te verzwaren. Er is te Saint-Cyr een personeel van leeraren, meer
dan voldoende om deze hervormingen in werking te doen treden
op denzelfden dag, waarop zij in beginsel zouden zijn beslist. Elke
cursus toch telt, buiten den titularis, ten minste één adjunct-leeraar,
de meeste cursussen tellen er twee; maar deze adjuncten hebben
Gewone dwaling! De strategieheeft geene omwentelingondergaan. En
zoo Napoleon \III officieren gevormd had, die Marengo en Austerlitz begrepen, zou
Eugènie nu regentes zijn inderdaad, en niet alleen in naam. Fu.